Vol positieve spanning rijden we naar de grens, waar we zoals we weten wederom langs de Uzbeekse douaniers moeten. We bereiden ons voor op het ergste. Dat was maar goed ook. Ook deze keer was een onprettige ervaring. De douanier die het contactslot van de motor omdraaide en probeerde te starten. De beambte die maar door bleef zeuren over een motorverzekering die we niet hadden en ook niet meer nodig hadden nu we het land verlieten! De medicijnkist die wederom ondersteboven werd gekeerd. De temperatuur die maar niet wilde zakken. Later hoorden we van een Spaanse motorrijder die we tegenkwamen dat hij 9 dagen in een hotel werd vastgehouden omdat hij slaappillen bij zich had. We laten de rest van deze grenspassage maar achterwege en vervolgen naar vrolijker oorden. De volgende plaats waar we een aantal dagen verblijven, is Dushanbe, hoofdstad van Tajikistan. Tajikistan is één van de armste landen in de wereld maar daar zien we nog niets van. Hummers, Landcruisers, grote dure huizen. We verblijven in een prima guesthouse dat nog in oprichting is, de airco is nog niet geïnstalleerd. De ventilator wordt er bij gehaald en maakt het een graad of 8 koeler dan buiten, zo rond de dertig. We bezoeken het nieuwe nationale museum met de langste vlaggenstok ter wereld voor de voordeur. Het is een prima modern museum. Het volgende museum, National Museum of Antiquities kan ons meer bekoren. Ook al is het een oud pand met krakende houten vloeren zonder airco. Op kousenvoeten lopen we over de twee verdiepingen waar vooral bijzonderheden van beroemde opgravingen liggen. Netjes uitgestald in vitrines op voetjes van piepschuim. Onder andere van Ajina Teppe, een beroemde opgraving van een boeddhistisch klooster (Stupa) uit de 8ste eeuw. Hier hebben in de jaren 60 de Sovjets een Boeddha beeld van 13 meter aan stukken gesneden om mee te kunnen nemen. Het is het oudste (3e eeuw) en grootste Boeddha beeld dat wij ooit zagen. Overblijfselen van tempels, prinsessengraven. Wederom geeft het ons het beeld dat het oude Centraal Azië ooit zo machtig en rijk is geweest. De laatste avond in de beschaving, zo voelen wij het voor we de bergen in gaan. En daarom gaan we het er eens van nemen en gaan uit eten bij restaurant Zafar. Gelegen op een heuvel met fantastisch uitzicht op Dushanbe. Nu zie je hoe groen de stad is, met brede wegen en enorme bomen en bijna nog geen hoogbouw. Overal in de straten stroomt water. We eten vis en friet en drinken bier en wijn en kijken naar de zonsondergang. Het lijkt wel vakantie. We zijn in Dushanbe om de permit te bemachtigen voor de Pamir Highway. De Pamir ligt in een apart gecontroleerde provincie waar nogal eens wat ongeregeldheden plaats vinden. Het ligt aan de grens met Afghanistan. De laatste jaren is het relatief rustig. Zonder problemen verkrijgen wij een permit en vertrekken de volgende dag richting de Pamir, the roof of the world. Tja. Hoe moet je nou een tocht van 10 dagen over ’s werelds mooiste passen, langs ruige rivieren, besneeuwde bergtoppen, prachtige vergezichten beschrijven? Het beste laat zich dat zien door gewoon de foto’s te bekijken denken wij. Klik voor deze vele mooie foto’s hier. Naar de overkant van de rivier Panjie zwaaien we terug naar de Afghanen op brommertjes en ezeltjes. We rijden honderden kilometers langs de grens met Afghanistan met alleen de rivier tussen ons in. In de groene oase-achtige dorpen rennen de kinderen naar de kant van de weg om high five met de motorrijders en fietsers te doen. In de poelen en rivieren zwemmen de kinderen uit het dorp. Ook staan ze langs de weg met fruit. In de homestays in de gehuchten eet je bij de mensen thuis, vaak samen met andere westerse reizigers. Aan tafel altijd geanimeerde gesprekken daardoor. We ontmoeten Denen, Fransen, Russen, Bulgaren, Albaniërs, Spanjaarden, Koreanen, Amerikanen, Slovenen, Australiërs, Duitsers, Belgen en Zwitsers. De bontgekleurde (dunne) matrassen en kussens liggen op de grond. Het toilet is buiten en soms alleen een gat in de grond. Onderweg komen we fietsers uit echt álle delen van de wereld tegen. We stoppen altijd om een praatje te maken, het is zo leuk om alle verhalen te horen. Er zijn er best veel die alleen reizen. Van fietsers horen we ook weer over andere motorrijders die ze gesproken hebben, zoals Suzet uit Zwitserland, de 60+ fietsster in haar eentje, die de Franse motorrijder Baptiste gesproken had. It is a small world. Ook ontmoeten we Nederlanders in een Landcruiser die reeds 10 jaar niet meer terug zijn geweest in Nederland. En daar inmiddels ook niet meer kunnen aarden. Het was een fantastische rit, spannend bovendien. We wisten vooraf niet hoe wij op de enorme (veelal boven de 3000 meter tot max 4600 meter) hoogte (ziekte) zouden reageren. Lastig hierbij is dat er maar één weg terug is, als je ziek wordt betekent dat je meer dan 750 km terug moet rijden om uiteindelijk weer op de weg naar Kyrgyzstan te kunnen komen. Dat is daar al gauw een terugtocht van 5 dagen. Dit zorgt bij motorrijders wat zorgen, fietsers reizen langzamer zodat zij meer tijd hebben om de acclimatisering tijd te geven. Behalve wat hoofdpijn en bij het opstaan wat duizelig en kortademig, was het voor ons prima te doen. Verder hadden de motoren wat minder vermogen en een wat gedempter geluid. Wat ook spannend was, was het eten in alle homestays. Eigenlijk slaap je dan bij mensen thuis en je eet wat de pot schaft. De pot is vaak een pot soep, soms met noedels er in, groente, aardappelen en een klein stukje lamsvlees. Soms manti, de dumplings gevuld met beetje vlees, aardappelen of ui. En altijd maar dan ook altijd weer die watermeloen. Als ontbijt krijg je vaak rijstebrij. Lilian smult, Guido gruwelt. De thee wordt geserveerd met koekjes en snoepjes. Een motorrijder uit de USA die wij in Dushanbe ontmoette, had er wel een mooie opmerking over. ‘In the Pamir you only get lamb and diarrhea.’ In de koffiebar waar hij dit ons vertelde in Dushanbe, moesten we keihard lachen. Een kleine week later wisten we dat het klopte en stond het huilen ons nader dan het lachen. Op een dag kwamen we langs een hotspring nabij het dorpje Malvoj. Langs de Pamir zijn er op diverse plekken hotsprings, met helend, warm, mineraal water dat uit de grond komt. Dus wij stoppen bij een hotspring. Er is slechts een hotel aan de overkant van de weg waar wij onze intrek nemen. Dat er geen douches zijn nemen we voor lief. Ook is er geen stromend water in het hotel. De toilet is 3 trappen naar beneden en het is de enige in het hele hotel. Ach. We kamperen ook wel eens zonder stromend water. De hotspring was bijzonder. Mannen en vrouwen apart natuurlijk. Je gaat in een soort bad met zijn allen. In dit geval was het een hotspring, goed voor de ogen. Met je ogen open in het bad en daarna een slok water nemen. De mensen van de Pamir geloven heilig in de helende werking van het water, het is bijna een bijgeloof. Nadien is het niet de bedoeling dat je je afdroogt en zodoende loopt iedereen daar de weg op in zijn ochtendjas. Die ochtendjas waren wij zelf nou net vergeten. ‘s Avonds eten we in het restaurantje annex bar annex winkeltje een salade, aardappelen en gerookte vis. Die nacht wordt Guido erg ziek. Het was zogezegd niet een van de handigste plekken onderweg om ziek te worden, maar wel een van de voor de handliggendste. De voedselvergiftiging is zo erg dat hij de volgende dag nauwelijks in staat is om de motor te besturen. We rijden 30 km verderop om naar een goed bekend staand hostel in Iskashim. Er is stromend water, de wc is in de buurt en we zieken daar uit. Lilian is later op de dag ook ziek geworden. De volgende dag voelen wij ons beter genoeg en trekken door. We rijden langs het meest zuidelijke deel van de Pamir, de Waghan Valley. Dit is de grens ontstaan uit de beroemde Great Game. Een oplossing voor het conflict over grenzen langs het Russische en het Engelse rijk uit begin vorige eeuw. In Langar bij homestay Nigina blijkt Guido nog steeds niet beter. Samen met een stel uit Duitsland zitten we aan het avondeten en ook één van hen ziet erg bleekjes en heeft geen eetlust. Van de eigenaresse van de homestay krijgen hij en Guido kruiden om een wondertheetje te maken. Dit wondertheetje ruikt en smaakt in één woord afschuwelijk. Maar volgens haar moet het echt helpen. De volgende dag voelt Guido zich een vaatdoek en kan hij niet eens de motor overeind krijgen. Hij besluit een antibiotica kuur te nemen, we moeten toch een keer weer door. Gelukkig werkt deze snel en goed en kunnen we twee dagen later weer fit en vrolijk verder. Terwijl Guido ziek op bed ligt, leest Lilian het boek ’Uit de bergen kwam de echo’ van Khaled Hosseini met uitzicht op Afghanistan. Op de achtergrond balken de ezels en opa kruipt maar weer eens in zijn bed in de autobus op het terrein. In de namiddag ondernemen we een poging om de petrogliefs, rotstekeningen van eeuwen oud in het dorp te bezoeken. Een stel jongetjes rent de helling op om ons de weg te wijzen maar Guido is nog te verzwakt en we lopen terug. Onderweg hoorden we van velen al dat ze ziek waren of geweest en ook wij zijn de dans niet ontsprongen dus. In de Pamir krijg je dus lam of diarree. Of een wondertheetje. Wat voor ons ook een beetje spannend was, hoe het zou gaan met de wegen. Hoe zouden de motoren het houden? En vooral ook hoe zouden wij dit zelf ervaren? Het is dit jaar erg warm en her en der smelt de sneeuw meer dan andere jaren. Dit veroorzaakt landverschuivingen en zo komen wij ook langs een dorp waar de weg twee dagen geleden totaal is weggeslagen. De bulldozer is bezig de weg weer te plaveien maar de rivier is de enige plek om door heen te rijden. Eerst over een modderhelling, dan door een diepe geul met water en keien. De wegwerkers en militairen die er staan, wuiven en geven aan dat we er makkelijk langs kunnen. Guido rijdt zijn motor er door, met horten en stoten door de modder en over de keien door het knie diepe water. Aangezien hij nu toch ervaring heeft, lijkt Lillian het een goed idee als hij ook haar motor (eigenlijk zijn eigen motor dus) door heen rijdt. De wegen zijn samen te vatten met afwisselend gaten, gravel, stenen, zand en kiezel. Soms een stukje slecht asfalt, maar prima te doen op de motor. In de Waghan valley is het soms wat lastiger vanwege grint en zand. Nog meer te melden over de Pamir eigenlijk? De overweldigende schoonheid van de natuur. Mooie bergtoppen, woest kolkende rivieren, groene oases. Aan de overkant het Hindu-lush gebergte met toppen van meer dan 7000 meter. We hebben geluk dat het wolkeloos is. De nabijheid van Afghanistan. Soms vliegen de patrouille-helikopters langs de grens. De vele angstwekkende verhalen die je in Nederland hoort die dreiging hebben wij niet gevoeld. De Nederlandse overheid geeft de grens aan als oranje (alleen noodzakelijke reizen en wij vinden het inderdaad noodzakelijk). Vinden wij een beetje onzin, het is een vreedzaam deel met aardige mensen. Als er gedoe is, krijg je gewoon geen permit van de overheid. Of de politie stuurt je terug. Wat ons ook bij blijft van dit deel van de wereld is de eenvoud waarmee de mensen leven. Op sommige plekken gaat om 7 uur ‘s avonds de generator aan en om 9 uur weer uit. Zo konden wij precies de intercoms van de helmen voor de volgende dag weer opladen. Soms was er een douche, soms helemaal niets. Soms ook een banja, een verwarmde ruimte lijkend op onze sauna maar dan met water en een schep om je af te spoelen. Stromend water is sowieso bijna nergens of er ligt een tank op het dak. Sommige zijn zo ver van de bewoonde wereld dat ze hun eigen brood moeten bakken in de tandoori. Als er reizigers in een homestay slapen, maakt het hele gezin plaats voor ze door in de eetkamer te slapen of op de plek waar er gekookt wordt. Het eerste land waar we dat zo tegenkwamen. De laatste twee etappes voeren ons over diverse hoge passen, Kargush pas 4344 meter, UyBuloq pass 4232 meter en slapen we in Alichur, een dorp op 3877 meter. Er is geen elektriciteit of stromend water. De mensen hier voelen zich meer Kirgizisch dan Tajikisch, zijn meer nomadisch van aard. De klok wordt een verschoven naar de Kyrgyzsche tijdzone. De grens is puur een lijn op de kaart getekend door Stalin. Onderweg zien we de eerste yurts en yaks. Fantastisch landschap. De weg door het dorp voert slechts naar Kyrgyzstan. Wil je naar de hoofdstad van je eigen land, zal je eerst met een visum door buurland Kyrgyzstan moeten. Onderweg zien we een soort marmot. De gouden bergmarmot noemen wij hem. Het zijn mooie diertjes. Ook hebben we deze keer veel vogels gezien die op de draden van de elektriciteitsmasten in de dalen zitten. Onder andere weer de golden bee-eater en de blauwe scharrelaar, een super mooie blauwe vogel. Maar wil je ze fotograferen, vliegen ze net weg. Roofvogels zijn er talloze, haviken, arenden, adelaars, gieren, ze zijn er allemaal. Het dorp Alichur is prachtig. Vergezichten met besneeuwde bergen. In de straten scharrelende koeien, geiten en yaks. Er staan ook yurts in het dorp. De dorpswegen zijn zandpaden met her en der stroompjes en beekjes. De hekken gemaakt van auto en motoronderdelen. De eigenaar van de homestay Marco Polo, hoe toepasselijk, maakt met een soort struikgewas de kachel aan om chai voor ons te koken. Het is zomer maar ’s avonds wordt het er aardig koud. De wc is in aanbouw (Nederlands) maar nu nog even in de openlucht boven een gat. Het is nog steeds ramadan en de eigenaar van de homestay bereidt ons eten en eet zelf pas ruim na 9 uur ’s avonds. In het dorp staat een moskee die eigenlijk meer op een yurt lijkt. We besluiten te stoppen in Pamir hotel in Murgab. Het toeval wil dat er alleen nog maar een luxe suite te huur is. We doen er niet moeilijk over; het is vandaag immers onze trouwdag!! We krijgen zelfs felicitaties in de vorm van appjes en berichtjes uit Nederland, dat is erg leuk! Het Pamir hotel is de enige plek in het dorp met constant elektriciteit dus de generator snort dag en nacht. Het hotel is een knooppunt voor reizigers. Iedereen roemt het eten, je krijgt hier frietjes! en kotelet met ei! Iedereen smult na één, twee of drie weken Pamir met alleen maar rijst en noedels. Motorrijders, fietsers en andere reizigers, je kunt hier dagen socializen en bijpraten met iedereen vanuit de hele wereld. Wij doen het maar één middagje en lopen over de bazaar van Murgab. Bijzondere bazaar, er staan grote zeecontainers van waaruit de kooplieden hun waar te koop aanbieden. Je kunt hier van alles krijgen dat handig is voor de reiziger, alles afkomstig uit China, dat om de hoek ligt. Gezellig is niet het goede woord maar wel bijzonder en de centrale plek van de stad. We shoppen voor onze 4e zonnebril, Guido koopt een al-kalpak, traditioneel hoofddeksel voor de mannen in Tajikistan. Helaas zien we de hoogste berg over de grens met China de Muztagh Ata van 7546 meter niet vanwege de wolken. Het traject van Murgab naar Karakol is niet zover, minder dan 100 km. We stoppen vaak om een foto te maken en kletsen lang met een aantal fietsers onderweg. Zo doen we er toch nog meer dan een halve dag over. We passeren de hoge pas, de Akbaital pas op 4655 meter. Fietsers hadden ons al verteld dat het bord ruim 300 meter onder de top, nog voor de pas staat. Denk je dat je er bent, moet je nog 300 meter duwen. We komen zelfs nog in een heus sneeuwstormpje terecht. Maar bovenin bij het dorp Karakol en Karakolmeer, op wederom ruim 3900 meter, is het weer strak blauw. Morgen rijden we alweer het volgende land binnen als het goed is. De uitzichten, bergen, valleien, bergmeren zijn deze laatste dagen onbeschrijfelijk mooi. Telkens weer langs de weg stoppen we om de handschoenen uit, helm af om het fototoestel uit de tanktas te halen. Het is te mooi hier. Me bek viel open. Lange stukken rijden we langs een hek die de Chinese grens markeert en ver weg ligt, ontstaan toen het nog Sovjet Unie was. Ook de laatste dag in Tajikistan is spectaculair mooi, hoog in de bergen met passen en valleien. Ook al zijn de wegen hobbelig, met rivercrossings en steile hellingen. Op grote hoogte passeren we de grens met Kyrgyzstan, de Kyzyl-Art pas op 4282 meter. Met een zucht kijken we achterom, naar de toppen van de Pamir highway, Tajikistan achter ons latend. Het was een van de mooiste tochten die we ooit maakten. We gaan op weg naar Osh, stad in Kyrgyzstan waar de motoren na 13.000 km een verdiende beurt krijgen. Tajikistan
1 Tajiekse Somoni = 14 eurocent Benzine (92 octaan) 5,20 somoni = 70 eurocent per liter. Hoogste pas 4655 meter (Akbatalpas) Hoogste temperatuur 40 graden (Dushanbe, in de bergen uiteraard lager en meestal een behaaglijke 30 graden Motor omgevallen één keer in mul zand (Lilian)
11 Comments
Monique
8/24/2015 04:24:29 pm
Wat een leuk verhaal! En prachtige foto's.
Reply
Marcel Udink
8/24/2015 05:28:32 pm
He, naar om te lezen dat Lilian is gevallen. Ik hoop dat ze snel hersteld, zodat jullie de prachtige reis kunnen voorzetten. Succes met het herstel.
Reply
Laura
8/24/2015 08:28:21 pm
Als ik je kon instralen Lil, dan zou ik het doen ;-)
Reply
Jantina
8/24/2015 11:05:13 pm
Weer veel belevenissen :) :(
Reply
Kitty
8/25/2015 12:53:14 am
Hé luitjes,
Reply
Herman Anc
8/25/2015 02:53:58 am
Reply
Herman Anc
8/25/2015 03:59:02 am
Wat n pech, al hoewel misschien ook goed om nu even goed rust te houden en er aan denken dat t lijntje niet altijd gespannen kan staan. Jullie vergen wel wat van jullie lichamen en geest. Maar we kijken al wel weer uit naar t volgende verslag en wensen jullie veel geluk en beterschap op de verdere reisen tot ziens.😉
Reply
Margit Eggel
8/25/2015 05:22:39 am
Ach jeetje, wat een avontuur met de valpartij, dat is schrikken! Veel beterschap gewenst. Het is heerlijk om met jullie belevenissen mee te genieten via de reisverhalen en mooie foto's, Haakon krijgt er meteen de reiskriebels van ;-)
Reply
Marthijn Koorenhof
8/25/2015 08:30:59 pm
Wat een te gekke reis zijn jullie aan het maken! Ik geniet van jullie reisverhalen en het avontuur met de mooie foto's daarbij. Goede reis verder :)
Reply
Frans en Rien
8/25/2015 11:20:03 pm
We blijven genieten. Gelukkig hebben jullie je eigen medicijnen bij je, volgende keer ook zo'n theetje? Ik begrijp dat het balhoofd nog niet gerepareerd was.Over Mongolie weten we al wet nodige, toch benieuwd naar jullie verslag.
Reply
Bert & Frida
8/26/2015 05:08:33 am
Wat een avonturen en weer heerlijk om te lezen! Even schrikken dat Lilian is gevallen. Goed om te lezen dat jullie beiden weer voldoende zijn hersteld om verder te blijven genieten en verder te reizen. Ga zo door met deze bijzondere avonturen en morgen bij Bert's Borrel Club zullen wij met zijn allen het glas op jullie heffen.
Reply
Leave a Reply. |
Archief
May 2016
Categorieën
All
|