Deze keer maken we weinig woorden vuil aan de grensprocedure. De grens van Thailand naar Maleisië is easy-peasy. Stempel, hup! En gaan. En vriendelijk! Selemat Datang wensen de borden langs de weg ons toe in een groen, glooiend landschap met palmbomen. Welkom! Het Maleis lijkt erg op het Bahasa Indonesia. In die taal kunnen we in ieder geval de diverse gerechten op goede wijze bestellen. Direct valt op dat Maleisië een zeer modern land is. Het asfalt is goed, de winkels en auto’s heel modern. Grote shopping-malls. Veel Maleisiërs spreken vloeiend Engels, dat leren ze op school (het is een oude Britse kolonie). Ze zijn erg vriendelijk en gastvrij en degene die wij spreken, zijn altijd erg behulpzaam. We rijden Kangar binnen, een stadje vlakbij de grens. Het heeft het laatste uur geregend en we zijn uitgehongerd. We schamen ons niet en stappen een McDonald's binnen. Dat is een tijd geleden. In het hotel klinkt voor het eerst sinds maanden voor ons vroeg in de ochtend om vijf uur de muezzin, het omroepen van het ochtendgebed van de Moskee. Een bekend geluid en klinkt zo vertrouwd, we worden er allang niet meer ècht wakker van. De volgende ochtend gaan we op zoek naar een motorverzekering. We kloppen aan bij een kantoortje dat motorverzekeringen doet. Maar niet voor ons. De persoon verwijst ons door naar een andere wijk. Daar aangekomen, blijken we bij een soort rijksdienst voor wegverkeer aangekomen te zijn. Dat is niet de bedoeling. We willen gewoon een verzekering kopen. Aan de overkant zit Alliance. Die moeten onze motoren toch kunnen verzekeren? Nee, nee, ook zij verwijzen ons naar het overheidsgebouw. Maar? We snappen het niet helemaal. We stappen een volgend kantoor in. Jaja bij ons kun je je verzekeren, kom maar binnen. Maar zodra we zitten en voor de 3e keer helm af en jas uit doen, wordt duidelijk dat het hier ook niet gaat. Zodra ze onze kentekens zien, wiebelen ze nee met hun hoofd. Nee, die moet eerst een soort van vertaald worden. Een tijdelijke registratie. Ofschoon ons Maleis beter is dan ons Thais, vinden we dit een te grote uitdaging en bovendien hebben we het wel gehad met het kantoortje in, kantoortje uit. We besluiten dus maar onverzekerd te rijden, het is maar een paar honderd kilometer naar Kuala Lumpur(KL). We nemen de gok. De bureaucratie hier heeft ons verslagen. We rijden over de plattelandswegen naar de dichtstbijzijnde grote stad, Sungai Petani.Het landschap hier is helemaal vlak, met hier en daar een boompje en groene velden en langs kanalen. Als je de velden met rijst vervangt door maïs, zou het zo voor Nederland door kunnen gaan. Even verderop zien we iets in het kanaal liggen. Het is vleeskleurig, rond van vorm en enorm. We geloven onze ogen niet. Er ligt een enorme dode koe in het kanaal. Hij is helemaal opgezet en ligt er dus al een dag of langer in. Verder op zien we mensen op een bootje met een hengel. Dit is wel zo’n beetje het meest walgelijke dat we zagen tot nu toe. De intacte en nog verse geitenkop, op straat, tot genoegen van een hongerige hond in Mongolië kwam in de buurt. Wat is de reden dat het beest niet uit het kanaal gehaald wordt en waar is de eigenaar? Even verderop in een dorp schuiven we aan bij een restaurantje. De rendang en sambal goreng telor staan te sudderen op een buffet. Je betaalt een vast bedrag en je kunt zelf je bordje naar smaak volscheppen. Zoals wij rijsttafel kennen. Smullen. Pedis? Is het pittig? Vragen we. Het antwoord is altijd ja. Dan maar veel water erbij. Ook heb je overal in Maleisië de zogenaamde foodcourts. Een plein van tafeltje met daarom heen diverse eettentjes. Je kunt kiezen uit Maleis, Chinees, Thais en westers eten. Nasi lemak, nasi goreng, dimsum, tom ka kai, verzin het maar. Wij vinden het niet erg. Het volgende doel in dit fijne reisland zijn de Cameron Highlands. Een gebied in het midden van het vaste land van Maleisië, 150 km ten noorden van KL. Het is een hoogvlakte van 1500 meter hoog. De temperatuur is altijd een graad of 25. Wow. Ook staat het gebied er om bekend dat er elke dag (!) na de middag heftige regenbuien zijn. Altijd? Ja altijd. Aldus in de regen rijden we door een supergroen oerwoud over mooie bochtige wegen naar Tanah Rata, een dorpje in het hart van de Cameron Highlands. We komen aan bij ons hostel en voor de deur staat een BMX. Met volledige bepakking. De eigenaar zit aan de bar een biertje te drinken. Calum fietst op deze BMX van Australië naar Europa. De andere kant op dus. De BMX heeft één versnelling, dikke banden en een zadel dat te laag is om echt lekker op te zitten. Eerst wilde hij ook op zijn motor gaan, maar koos uiteindelijk dus voor een BMX. Hij verklaart zijn motivatie om op een BMX te gaan als volgt: Het leven op zichzelf vind ik al gemakkelijk genoeg, het mag ook wel eens minder vanzelfsprekend. Dit snappen we, in de westerse wereld zijn veel dingen vanzelfsprekend en niet moeilijk te bereiken. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat hij met jaloerse blikken naar onze motoren kijkt. Die doen het werk voor ons. Hij trapt zich een ongeluk. Het is een keus. We gaan met Ahmed, een gids, een dag op pad. Cameron Highlands staan mede bekend om zijn theevelden. De Engelsen hebben hier grote gebieden tot theeplantage gemaakt. We rijden er door heen met de landrover van Ahmed. Een volgende erfenis van de Britten, overal echt overal rijden hier Landrovers. Gigantisch veel en ook nog hele charmante exemplaren, uit de jaren 70 in alle kleuren. Geinig hoor. De theeplantages zijn prachtig om te zien. In de velden zijn overal mensen aan het werk. Met machines en met de hand worden de theebladeren geplukt. Veel mensen zijn hier tijdelijk en komen uit Cambodja, Myanmar en Bangladesh. Echt arme mensen dus, die hier geld verdienen voor hun familie in hun thuisland. Volgens Ahmed hebben ze het hier relatief goed, worden ze redelijk betaald en krijgt iedereen hier onderdak. Overal langs de theeplantages staan houten huizenblokken die aan velen onderdak bieden. Door de regen, de wolken en de mist valt het zonlicht diffuus op de velden. Hierdoor krijgen de heuvels met de theeplanten en de palmbomen een mystiek aangezicht. Mooi. We rijden weer verder in de Landrover, en over kleine paadjes en weggetjes rijden we naar een kwekerij. Een aardbeienkwekerij. De Cameron Highlands zijn een uitzonderlijk vruchtbaar gebied. De mooie regenwouden maken hier plaats voor kassen, grote kassen met grote witte doeken er boven gehangen. Dit is om de planten te beschermen tegen de overdadige regenval. De bloesems en jonge vruchten zouden kapot gaan. Naast aardbeien verbouwt men hier bloemkool, rozen, tomaten en veel meer. De medewerker van de kwekerij komt uit Bangladesh. Hij is hier jaren geleden heen gekomen om te plukken. Hij heeft een geniale, humoristische truc met de Aardbei. Hij zet ons saampjes in een pose, kijk jij gaat zo staan en jij zo, met de Aardbei er bij. We moeten de Aardbei dan op een bepaalde manier vasthouden. We kijken verbaasd en snappen zijn bedoeling niet helemaal. Kijk zelf maar naar het resultaat, het is inderdaad een hele grappige manier om je Aardbei als product in de schijnwerpers te zetten. Hij vertelt dat hij deze verkooptruc toepast om wat geld bij te verdienen om af en toe terug te kunnen naar Bangladesh. We stoppen hem een bijdrage toe voor de leuke foto’s. Ahmed rijdt ons verder het gebied in. We bezoeken een regenwoud met de meest bijzondere mossoorten en begroeiingen van mossen, het beroemde mossy forest van Gunung Brinchang. Het is prachtig. Op de bomen zitten de mooiste kleuren en vormen mos. Soms is de grond heel zacht, of zit er onder een dikke laag mos een wortelsysteem van de bomen waar je door heen kan zakken. Uitkijken dus. Ahmed houdt van de natuur en we onze wandeling leidt tot een gesprek over wat het verschil is tussen woud, bos, oerwoud, regenwoud (forest, wood, jungle, rainforest) Wie het weet mag het zeggen. Wij kwamen er niet uit. In de verte horen we gibbons gillen. Hier en daar zien we een mooie sarracenia. Een vleesetende bloem, rood en bruin gekleurd tussen de duizend kleuren groen van het mos. Als laatste zien we dan nog de theefabriek, de beroemde BOH thee. We lopen er rond en mogen een kop thee proeven, de palas supreme. Het is inderdaad heel lekker. Engelse theemelange. De Engelsen overigens, hebben het thee produceren van de Chinezen. Dat je het maar weet. ’s Avonds eten we dan nog een laatste nasi goreng, springrolls en green curry bij een Chinees om de hoek. Chinezen maken deel uit van de Maleisische bevolking, zo’n 1 op de 3 is van Chinese afkomst, ruim, 7 miljoen mensen in soms al tiende generatie. Deze man heeft zijn kroeg helemaal oranje gemaakt en overal hangen Nederlandse vlaggen, olé en foto’s van het Nederlandse nationale voetbalteam. We gaan zitten en bestellen two beer. Hij antwoordt terug, twee biertjes, okay. Op de menukaart staan friet met en frikadellen. Hij woont al jaren hier maar heeft in Katwijk jaren lang een frietzaak gehad. Hij kwam hier en vond dit een leuke manier om zijn zaak hier in te richten. We rijden weer verder. Het klinkt zo gewoon en het voelt zo normaal. Weer. Verder. Rijden. De motor oppakken, check. Helm op, handschoenen aan, check. Intercom aan, oordoppen in, check. Dagteller op nul, voldoende benzine, check. En weer verder trekken, ontdekken, ontmoeten en meemaken. Dit hebben we de afgelopen 8 maanden bijna iedere dag gedaan. Maar vandaag is het anders dan anders. Vandaag is onze laatste echte reisdag in Azië. Onze laatste reisdag overland, van Nederland, helemaal over land naar Maleisië. De. Laatste. Dag. We voelen nu al dat het na vandaag anders zal zijn. We rijden door het gebied van de orang asli (=oorspronkelijke bewoners) naar KL. De rest van de bewoners in Maleisië is van Chinese, Indiase of Maleise afkomst. Orang asli heten ook wel het droomvolk, dreampeople, omdat dromen voor hen belangrijk zijn en waaruit je kan leren. De mensen verkopen bananen, durian, koffie langs de weg. Ook zien we de kampungs waar ze wonen en kraampjes met ‘iets’ dat de lokale mensen verkopen. Het duurt even voordat het kwartje valt bij ons. Het is honing, nog in de honingraat. We drinken nog een ijskoffie onderweg, het zal een van de laatste zijn Het is zo lekker…..Via de bergwegen van autoweg 59 kronkelen we naar beneden. We duiken de tolweg op en ontdekken hier dat tol betalen niet voor de motoren geldt. Ha wat een grap. Een klein paadje, zoiets als een fietspad, leidt om de tolpoortjes heen naar de andere kant van de poort. Dat is genieten, terwijl de auto’s in de rij staan om te betalen. Maleisië is een fijn motorrijland wat dat aangaat. Ook zien we langs de snelweg speciale plekken voor motorrijders. Het zijn schuilplekken tegen de regen. Een klein asfaltpaadje lijdt je naar een soort bushokje, of onder het viaduct is een speciale parkeerplekken voor de brommers en motorrijders. Het had ons te denken moeten geven……….. Een uur later rijden we in een regenbui. Geen buitje maar Een Enorme Regenbui. Een echte tropische regenbui. Het hoost en komt met bakken, echt bakken vol naar beneden. De weg is soms een rivier van wel 20,30 cm regenwater. Links en rechts van ons, vlak bij, slaat ontelbare keren de bliksem in. Het dondert overal om ons heen. Soms is het best eng, je ziet niet waar je rijdt door alle regen. We stoppen op een parkeerplaats. Waar zijn nou de speciale schuilplekken voor motorrijders als je ze nodig hebt? Ze staan vol! Op de parkeerplaats is het een drukte van jewelste en er is nog nauwelijks een plekje vrij om te parkeren. Zoveel regen hebben we nog nooit gezien. Als het weer iets bedaart, rijden we verder. We zijn tot op het bot doorweekt, de temperatuur is nog steeds boven de 25 graden en het deert ons niet dat we nat zijn. Een aangename verkoeling. Zo rijden we Kuala Lumpur binnen. Big city met 2 miljoen inwoners. Na een paar keer omdraaien, vinden we de weg naar het hotel. Hier zullen we een paar dagen blijven dus we hebben onszelf verwend met een redelijk luxe hotel, zwembad en airco. De piccolo’s van het hotel helpen ons met alle bagage op de lifttrolley te plaatsen en brengen alles voor ons naar de verdieping, 31 etages hoger. Vanuit hier hebben we giga mooi uitzicht over de stad. Indrukwekkend! We hebben een kamer met zicht op de twin towers ofte wel de Petronas towers. Zowel overdag als ’s nachts zijn ze indrukwekkend. Iedere dag staan we op met een mooi uitzicht op de metropool. De volgende ochtend staan we al op tijd bij Sunny Cycles. De motoren moeten een beurt na ruim 30.000 km rijden. Ze krijgen nieuwe olie en filter, de kleppen worden gecheckt. De motor van Guido krijgt naast nieuwe balhoofdlagers ook nieuwe banden. Helaas heeft Sunny geen Heidenau’s en krijgt de motor Metzeler Tourance aangemeten. Minder offroad geschikt. Niet erg, want we verwachten niet dat we in Nieuw Zeeland veel off road of erg heftig offroad gaan rijden zoals in de Pamir of in Mongolië. De grootste klus het reinigen van de motoren. In Nieuw Zeeland is men erg bang voor besmettingen vanaf het vaste land, in de vorm van modder of gras. Bij de douane daar is dan ook een afdeling Bio Security die de motoren van top tot teen zullen inspecteren. Is ons verteld. Bij Sunny poetsen we twee dagen. Sunny zijn zoon heeft een klein tijdje geracet, de foto’s met beroemde coureurs, zoals Rossie hangen overal in de werkplaats. Iedereen is super aardig bij Sunny Cycle, wat een echt familiebedrijf is van Sunny, zijn vrouw, zoon en dochter met nog een paar man personeel. Niet alleen de motoren worden goed verzorgd. Sunny neemt ons tussen de middag mee uit eten, regelt avondeten en is coulant bij het opmaken van de rekening. Het is dan ook niet vreemd dat hij naast veel klanten uit KL, veel overlanders op bezoek krijgt. Binnen een paar dagen zijn de motoren klaar en rijden we naar het vliegveld om ze af te leveren bij Malaysia Airlines. Van hier gaan ze naar Auckland. Na het afstempelen van de Carnet de Passage, een check bij de customs, kunnen ze naar de loods van waar in het vliegtuig geladen zullen worden. Het vliegveld is 60 km buiten de stad, en zo zonder vervoer, gaan we op de goede gok terug. Er gaan geen bussen en de taxi doet er anderhalf uur om ons op te pikken. We stappen daarom maar bij een buschauffeur in die de werknemers naar het dichtstbijzijnde dorpje vervoert. Hij is bereid om ons bij een bushalte af te zetten. Vandaar nemen we een taxi naar het dichtstbijzijnde station en zo rijden we het centrum van KL weer binnen. Ook in de trein hier in Maleisië zijn er aparte vrouwenwagons, net als in Iran. Onderweg komen we langs Sepang, het beroemde race-cicuit van Maleisië, waar Rossie enkele weken er voor zijn zelfbeheersing verloor en Marquez van de baan duwde. De rest is geschiedenis. Wij zelf vliegen over enkele dagen naar Australië om de Great Ocean Road te rijden en vrienden te bezoeken. Daarna gaan we voor 10 weken naar Nieuw Zeeland. De afsluitende maanden van onze trip in een westerse omgeving. De laatste dagen in KL gebruiken we om wat te shoppen, wat toeristische highlights te doen en in het zwembad te hangen. We bezoeken de Petronas towers en gaan naar de hoogste verdieping om de stad te bekijken. Ook hangen we veel uit in Chinatown, een drukke markt in het centrum van KL. Op central market gebruiken we nog even om wat lekkers te kopen, zoals de beroemde Kopi Luwak, de koffieboon die via de civetkat op de wereld komt. Ook hier weer vele eettentjes en foodcourts. We love it! Wat zullen we die pasar malams en alle andere gelegenheden om te eten in Azië enorm missen! Statistieken Maleisië 2 dagen regen. Temperatuur tussen de 25 en 35 graden 1 euro = 4,8 Ringit (RM) Benzine 3 RM ( 70 cent) 800 km afgelegd. Voor foto's behorend bij dit verslag klik HIER
7 Comments
Ferry Vonk
3/16/2016 08:40:59 am
Ik heb erg genoten van jullie verhalen. Zoveel herkeningen....
Reply
Jan Schiebroek
3/16/2016 10:59:03 am
Fantastische reis, wat een avontuur. Ben benieuwd wat jullie van Nederland weer gaan vinden..
Reply
Mirjan Bonhof
3/16/2016 11:57:31 am
Wat genieten een jaar lang op reis. En wat kunen jullie schrijven, prachtig. Tot snel in ons natte koude maar zo gezellig kikkerlandje.
Reply
Marcel Udink
3/17/2016 01:06:19 am
De verhalen blijven mooi en indrukwekkend.
Reply
Frans en Rien
3/17/2016 05:43:53 am
Wat hebben jullie ons verwend met jullie goede verhalen!
Reply
Rossi-fan
3/17/2016 09:24:11 am
Hoho, er heeft niemand geduwd! Het was een kwestie van 2 motoren die hetzelfde plekje op 't asfalt wilde. Maar goed, dat je Rossie schrijft, zegt al genoeg natuurlijk ;)
Reply
Laura
3/18/2016 12:27:17 pm
Genietze de laatste maand!
Reply
Leave a Reply. |
Archief
May 2016
Categorieën
All
|