Wij hebben geen idee wat we in Laos willen gaan doen. Of waar we heen gaan. En hoe lang. We weten niet zoveel van het land. Eerst maar eens een paar dagen tot rust komen. De afgelopen dagen hebben we alleen maar gereden. We rijden naar Luang Namtra. Allemaal. ’s Ochtends bleken we allemaal hetzelfde plan te hebben gemaakt. Zijn we te dicht naar elkaar toe gegroeid? Het guesthouse is in echte Indochinese stijl gebouwd met donker, hardhouten banken op de balkons, sierlijke deurstijlen en gekko’s op de muur. Aan de overkant zit een klein restaurantje. Op de kaart staan koffie, brood en bananenpannenkoeken. Na een maand China is dit een kleine hemel op aarde. Koffie!! Vers gebakken brood!! De dagen er op zullen we er veelvuldig smullen op de bank onder de ventilator. We zijn in de tropen en het zweten en de warmte houden hier voorlopig niet op. En joepie, facebook, gmail en google doen het weer. Soms zitten we met zijn vijven op de bank enkele uren met de face-down om de contacten met het thuisfront weer aan te halen. Een heerlijke stemming overvalt ons. De vrijheid is weldadig en de oceaan van tijd die de dag is voelt als een eeuwige vakantie. We kunnen zelf beslissen! China was te gek, zeker, maar wat hebben we de vrijheid van het reizen gemist zeg! We beheersen ons en staan nog net niet te springen op straat. ‘s Avonds eten we heerlijk bij een barbecue-buffet. Een soort hotpot maar nu met vuurtje van kolen er onder zodat je ook vlees en vis kunt braden. Met een BeerLao er bij, een flinke schep ijsklonten erin.
We zien een paar keer motorrijders. Laos is als onderdeel van een rondje door Zuid Oost Azië een populaire bestemming voor motorrijders uit Europa. Meestal georganiseerd. Ook ontmoeten we Ray Twowheelvagabond uit Australië in zijn eentje op een dikke GS. Inmiddels ruim een jaar aan het reizen door Australië, Indonesië, Cambodia, Laos en Thailand, en dat is nog maar het begin van de rest van de wereld.
In de ochtend hebben we tijd om een rondje door het dorp te lopen, Sommigen praten Engels en maken we een kletspraatje mee. We herkennen enkele mensen aan hun kleding; dit zijn dezelfde die op de bazaar in Luang Namtra de hamsters, vogeltjes, wespenlarven en bamboestaken met levende wormen verkochten. Echt rechtstreeks van de jungle vers op de markt. En ha, de jongetjes zijn alweer aan het voetballen met de bal van Guido.
De laatste dag gaat via enkele pittige heuveltjes, door de rivier en langs een waterval terug en stappen in een vrachtautootje die ons na een half uur weer veilig in Luang Namta brengt.
Onze reis gaat verder naar het oosten van Laos, waar het dorpje Nong Khiaw de moeite waard schijnt. Het is de eerste echte dag zonder onze China-groep. We gaan ieder een andere kant op. We zien elkaar wel weer ergens op de wereld.
We rijden door een prachtig gebergte dwars door oerwouden over redelijk goede wegen er heen. Eén stuk is alleen maar roadwork met veel modder. Telkens is er één strook beschikbaar voor alle trucks, brommertjes en auto’s. Het is een lange en vermoeiende dag en de modder vergt enige overwinning van angsten oor Lilian. We doen er lang over. Veel Chinezen in grote SUV’s rijden hier. We herkennen ze aan hun rijstijl. De Laotianen rijden bedeesd en rustig, de Chinezen haal je er zo uit.
In Nong Khiaw huren we een bamboehut aan de oever van de rivier. We liggen onder de klamboe en net als we in slaap vallen, horen we een oorverdovend geluid. Guido zit rechtop in bed. WAT is DAT??? Het gaat door merg en been en is een tokeh. Een tokeh is een uit de kluiten gewassen gekko en staat bekend om zijn harde roep, 5 keer achter elkaar. TOKEH! Hij zit ergens vlak boven ons hoofd tussen het plafond en het dak. Die nacht heeft de tokeh nog diverse roep-sessies, telkens schiet Guido omhoog in bed. We maken een boottocht naar het beroemde backpackersoord Muang Ngoy over de prachtig rivier de Nam Ou. Een echte junglerivier, we voelen ons Martin Sheen op zoek naar Kolonel Kurtz. Halverwege stappen we uit om weer in een dorpje te bezoeken. Een gezin zit onder een boom lekker te smikkelen en nodigt ons uit om mee te proeven. Het is een soort currypasta van tamarinde gekneusd met knoflook en zout en heerlijk! Wow! terplekke gemaakt met de vijzel, verser kan niet.
We eten die avond weer bij Mama Alex, het restaurantje om de hoek en ontmoeten daar Richard, Richard en Chris. Twee Engelsen en een Ier die een rondje zuidoost Azië op de motor doen. Richard en Chris wonen al langer in Thailand. We drinken die avond een aantal glazen Laolao, de Laotiaanse rijst whiskey. Goedkoper dan bier, goedkoper dan water. Aan het eind van een fles stapt een van de Richards op de motor en haalt een nieuwe fles Laolao bij de winkelier. Als hij terugkomt, geeft hij een beetje veel gas. De buurtbewoners komen naar buiten om er wat van te zeggen. Wel logisch. Een klein opstootje volgt in dit anders zo bedeesde land.
Ook huren we nog een scootertje en rijden naar de grotten van Thom Pha Tok bij de rivier de Ou. Hier schuilden mensen tijdens de Vietnamoorlog als de Amerikaanse bommenwerpers over de rijstvelden scheerden. Laos is lange tijd gebombardeerd in een oorlog die niet de hunne was, de Vietnam oorlog. Er werd op het grondgebied van Laos een secret war uitgevochten. Het heet de secret war omdat er in dit gebied een aantal geheim agenten zaten die een onderlinge strijd voerden, de communisten tegen de niet communisten. We zijn erg onder de indruk van deze geschiedenis en besluiten later in Laos nog naar het gebied te gaan waar er nog veel slachtoffers te betreuren zijn.
Met het brommertje rijden we ook nog naar het plaatselijke hospitaaltje. De operatiewond van Lilian wil maar niet genezen. Hier in de tropen lijkt hij ook ontstoken. De arts en de verpleegkundige maken hem schoon en verbinden opnieuw. Anti-biotica moet de rest doen. Het is weer een bijzonder hospitaaltje. Geen deuren en net als overal in Zuid Oost Azië doe je je slippers uit als je naar binnen gaat. De maaltijd van de dag ervoor ligt in de gootsteen. We staan er op dat de zuster steriele handschoenen aan doet. Guido neemt die dag nog een een deep body massage. Dit kunnen ze goed.
Samen met Richard, die een val op de motor heeft gemaakt en een motorreparatiezaak moet bezoeken, rijden we naar Luang Prabang. Door de stromende regen rijden we met zijn 3-en, gezellig! Grappig, Richard heeft voor 12 weken Azië bijna meer bagage bij zich dan wij 8 maanden onderweg. Best wel een beetje trots op.
We bezoeken twee prachtige watervallen in de buurt van de stad, de Kuang Si en de Tad Sae. In het dorpje waar we de boot pakken, zijn de jongemannen aan het oefenen. Voor het beroemde drakenbootfestival waar ze binnenkort aan mee moeten roeien. De olifanten die de toeristen naar de waterval brengen, zijn al naar huis. Wel zien we een olifant achter op een truck. Misschien maar goed, olifanten in de toeristenindustrie staan er niet bekend om dat ze goed behandeld worden.
In ons guesthouse zijn we bijna alleen, op één gast na. Het is Cees uit Nederland. We hadden al zo’n vermoeden toen we de gazelle fiets tegen de boom zagen staan. Cees verblijft elk jaar 5 maanden in Laos. Hij geeft Engelse les aan de novices (tienerjongens, monniken in opleiding) in de Boeddhistische tempel. Veel jongens worden op hun 12e door hun ouders naar de tempel gestuurd als er geen geld is voor een vervolgschool. Hier krijgen ze een Boeddhistische training voor een paar jaar. Sommigen gaan naar de universiteit als er genoeg geld is, de meesten keren terug naar hun dorp om te werken bij hun familie. Tempels vallen in Laos onder het ministerie van Educatie. Alleen de jongens krijgen deze kans, meisjes van 12 uit armere gezinnen stoppen met school. Guido woont een les bij van Cees in de tempel. De jongens vinden het super leuk om in het Engels te converseren. Cees vertelt ons tijdens een etentje meer ins en outs over het leven van deze jongens, hun families en het Boeddhisme in Laos.
Cees vertelt dat hij sinds een paar jaar eind februari naar Nederland vertrekt in plaats van in maart. Dit omdat in maart de boeren beginnen met het afbranden van hun landerijen. Na de oogst doen ze dit, ze geloven dat het land hierdoor vruchtbaar blijft. Heel Laos is dan bedekt onder een dikke laag van smog en rook. Ook stijgt de temperatuur dan weer. Dit alles maakt de maand maart erg onaangenaam om te blijven. We hoorden natuurlijk ook eerder al van de ernstige smog-lagen die in Singapore en Maleisië op dit moment de mensen dwingen binnen te blijven. De eerste regen die normaal in oktober komt, is dit jaar uitgebleven.
Laotianen staan bekend om hun levensmotto en houding. Ze zijn de rust zelve en dat is voor een deel ingegeven doordat ze hun emoties leren beteugelen van jongs af aan. Ze zijn er trots op. Er heerst bovendien het geloof dat als je drukte maakt om wat dan ook, dat je letterlijk een slecht hart krijgt. En dan slecht in de zin van het kwade of boze geesten. Het is totaal ongepast om je stem te verheffen of veel gebaren met je hand en armen te maken. Laotianen zullen niet snel aangeven wat er op hun hart ligt. Best wennen voor ons, direct als we zijn, druktemakers uit Nederland. Ook in het verkeer zie je weinig uitspattingen. Het verkeer hier is totaal relaxed, alles op zijn tijd. Er gebeuren desondanks veel ongelukken. Er rijden veel motortjes en het merendeel van de mensen heeft geen helm op. Hele gezinnen zitten op de motor, de kleine kinderen tussen hen in. Als er een ongeluk gebeurd is, tekent de politie de voertuigen en de slachtoffers op straat af. We zien er afschrikwekkend veel in rood of geel.
Vanuit Luang Prabang rijden we naar het oosten. Onderweg eten we noedelsoep bij een klein eettentje, Overal langs de weg in Laos vind je eettentjes. Vandaag genieten we van 280 km door het gebergte alleen maar bochten! Het is een stuk koeler richting Phonsavan, hoger in de bergen. Onderweg tanken we bij een zogenaamde oildrum. Geen benzinestation. In een klein winkeltje staat een olievat waaruit per 5 liter de benzine wordt getapt. Ook zien we wederom grote troepen kinderen, langs de weg lopen van huis naar school, of andersom. Veel kinderen zwaaien enthousiast vanuit de verte, ze zijn hier duidelijk gewend aan motorrijders.
Phonsavan is beroemd om zijn bombies oftewel clusterbommen. Laos is van 1964 tot 1973 gedurende iedere 8 minuten gebombardeerd door de Amerikanen. In een oorlog die niet de hunne was. 30 % van de bommen is niet ontploft. De vliegtuigen die Vietnam bombardeerden, lieten bommen vallen boven Oost en Zuid Laos. Bij terugkomst moesten de piloten een hele administratieve rompslomp door als de bommenwerper nog niet leeg was. Daar hadden ze geen zin in, dus zorgden ze er voor dat de vliegtuigen niet leeg terugkeerden. Ook gaat het verhaal dat enkele piloten de grens met Vietnam niet durfden over te steken, voortijdig de bommen loosden en onverrichte zaken terugvlogen. Hoe het ook zij. Er liggen tienduizenden, misschien wel honderdduizenden niet ontplofte bommen in Laos (UXO, unexploded ordnance). Er zijn sinds die tijd vele doden en gewonden gevallen. Het is voor de Laotianen hier nog steeds dagelijkse realiteit. Je kan in Laos niet zonder gevaar van het pad af of in de rijstvelden lopen of zelfs een huis bouwen. Dit is een onderbelicht en voor ons totaal nieuwe geschiedenis. Afschuwelijk en wij zijn er stil van. In het landschap zie je links en rechts de bommenkraters. Het vliegveld van de Amerikanen, zo’n 75 km ten zuiden van Phonsavan, was lange tijd de meest geheime plek ter wereld, the most secret place on earth.
In Laos wordt een nieuwe ambassade voor de USA gebouwd. Kosten 220 miljoen dollar. De USA heeft ook een bijdrage gegeven aan de MAG (Mines Advisery Group) , ook in Phonsavan gevestigd, om de vele bommen te ruimen. 20 miljoen dollar. We knipperen met de ogen en snappen niets van de wereld op dit moment. Het schijnt dat Obama volgend jaar langs komt in het kader van deze kwestie. De eerste president in 50 jaar.
In Phonsavan kun je op diverse plekken in kroegen documentaires en films zien over de bombies. We zien er een paar en houden er dan mee op. Het is zo niet leuk. Als we de volgende dag verder trekken, rijden we langs weilanden in de omgeving waar de MAG bezig is bommen onschadelijk te maken.
Uiteraard bezoeken we de beroemde plain of jars. Rondom Phonsavan liggen honderden gigantische limestenen kruiken verspreid over het plateau. Het stamt waarschijnlijk uit de 6e eeuw maar het is nog niet geheel duidelijk of de functie voor de overledenen was of dat er andere functies waren. We ontmoeten twee Australiërs die twee kleine motortjes in Vietnam hebben gekocht en Zuid Oost Azië rondreizen. Awesom mate.
Naar het zuiden loopt de 1D , een prachtige weg pas sinds een paar jaar geasfalteerd door dichtbebost gebied met veel oerwoud. De wegen zijn prima behalve op stukken waar de vele heftige tropische regenbuien de weg heeft weggespoeld. We overnachten in een piepklein dorp, Ban Dom, in de jungle. We slapen onder onze klamboe, de sprinkhanen zijn zo groot als muizen. De gekko’s lopen door de kamer en het water van de douche is koud. ’s Nachts houdt het zoemen van de insecten niet op. Onze buren zijn een Chinees echtpaar. Ze zijn blij verrast met ons als buren. De man werkt voor een linoleum-fabriek. Het benodigde hars hiervoor, winnen ze uit bomen, hij laat ons enthousiast de foto’s zien. Het lijkt er op dat hij als ‘gastarbeider’ in dit simpele guesthouse verblijft. We eten in een klein eettentje, waar het gezin naast de keuken leeft. Het motortje staat er ook en wordt naar buiten gereden om voor ons de groente ergens anders in het dorp te halen. Overal in Laos, zo ook in dit dorpje staat een gloednieuwe tempel. Er worden veel nieuwe tempels gebouwd, in tegenstelling tot de oude tempels, zijn de nieuwe vaak van beton.
De volgende dag rijden we door naar het zuiden. Inmiddels dringt de tijd, het visum is 30 dagen geldig, we zijn bijna een maand hier nu. Laos bevalt ons en we kunnen hier nog wel dagen rondrijden. Het is zo’n relaxed land, we mogen de mensen erg graag. Er is nog veel mooie natuur, de dorpen onaangetast, weinig wegen en industrie. In winkeltjes en eettentjes zitten hele families te eten, te spelen. Er ligt een matras op de vloer met speeltjes voor de tv. Kinderen slapen daar terwijl pa en ma de bediening doen. Aan het eind van de dag gaan pa en ma daar waarschijnlijk ook slapen. De kapster ligt op haar eigen tafel te slapen en staat op als er een klant komt. Ze is van 6 tot 24 uur geopend. Zoals iedereen in Laos, van zonsopgang tot middernacht. Er wordt vooral gewerkt in de ochtend en de avond, als het koeler is. De toilet waar je gebruik van maakt als klant is tevens douche en washok voor het gezin. Op straat wordt er een vuurtje gemaakt om het afval van die dag te verbranden. Huizen zijn vaak open, zodat het gezinsleven zich half op straat, half binnen plaats vindt.
Onderweg stoppen we om te tanken en als Lilian op de toilet hurkt, hoort ze Guido Nederlands praten. Leuk, Nederlanders. Wanneer ze terug loopt, ziet ze de donderblauwe VW. Jamie!!! Geen toeval want wij zouden vandaag de oostroute van de 8 pakken wat we niet deden. Ook Jamie had gepland om eerder naar het zuiden af te reizen. Samen reizen we verder, naar het zuiden. In Kakhek overnachten we in een echt backpackers-hostel en wisselen we reiservaringen ut bij het houtvuur. Dat best warm is, zo, op de avond wanneer het afkoelt tot 25 graden. We lopen naar het centrum van de stad, waar langs de Mekong een nightmarket is. Aan de overkant ligt Thailand. We zien een lint van lichtjes achter de boten aan die er varen.
De volgende ochtend rijden we naar Tham Papha, de Buddha cave. In een oorlog met China heeft iemand de Buddha’s uit de tempel gehaald om hier in een grot te verbergen voor de vijand. Er staan enkele tientallen misschien wel honderd oude Boeddha beelden in een klein grotje, het is heel heilig en we mogen geen foto’s maken.
Onderweg zien we een pas gebeurd ongeluk. De vrouw ligt met een wond op haar kin naast haar brommertje. Ze kan in VW mee naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Da’s sneller dan wachten op de ambulance waarvan zeker is dat deze niet binnen korte tijd aan komt rijden. Als we bij het ziekenhuis komen, in Pakxong, is het laat en zoeken we een guesthouse op. De familie is overstuur en zo dankbaar dat Jamie haar gebracht heeft. Hij krijgt een watermeloen als dank. ’s Avonds eten we weer eens heerlijk een hotpot barbecue, en laten de gebeurtenissen van deze dag bezinken met een Beerlao.
In een restaurant waar we eten ligt een man op de grond. Het is familie van de restauranthouder. Hij vertelt dat deze man een afwijkend gen heeft waardoor hij na één drankje al ladderzat is. Hij weet dan niet meer wat hij doet en gaat door met drinken van Laolao of bier. Af ten toe horen we wat mompelen in de hoek, zien we dat hij een poging doet zijn hoofd op te tillen en dan slaapt de man weer verder. De restauranteigenaar vertelt verder dat hij verder een prima vent is en de volgende dag weer fris en fruitig door de steegjes van het dorpje loopt en verder nooit iemand kwaad doet. De dronken man staat nu op en loopt waggelend naar onze tafel en brabbelt wat Engels. Het is teveel gevraagd en hij zakt weer in elkaar. Niemand kijkt op en ook wij eten maar verder.
We zien een aantal katten, ze hebben geen staarten. We vragen hoe dat kan. De eigenaar van het restaurant zegt dat in Laos heel normaal is om de staart af te hakken als de katten geboren worden. Zodat je weet dat het jouw kat is. Even is het stil, kijken hem ongelovig aan. Hij lacht, nee, natuurlijk niet, ook dit is een gen. Alle katten in Laos hebben dit.
We ontmoeten Rahim, fietsend van Singapore naar Noorwegen. Hij wil de poolcirkel oversteken. We brengen de dag op Don Det (been there) lopend, luierend en cocktail drinken door. Ook maaien we rijst samen met de dames in het rijstveld en spelen een potje petanque. Dit is de officiële naam van Jeux de boules In Nederland gebruiken we nog de benaming zoals die 100 jaar geleden in Frankrijk was. Laos is tweede op de ranglijst ter wereld met petanque spelen. Wie nummer één is? Het hoogtepunt die dagen is wel dat we met de boot de Mekong op gaan richting Cambodja. In deze rivier kun je de Irrawaddie dolfijn spotten. En dat doen we dan ook. Fantastisch! Hier is nog een club van enkele tientallen. Ze zijn hier door de enorm vervuilde rivier met uitsterven bedreigd op deze plek. In Laos vinden ze de rivier zo vies, dat ze er zelf niet in zwemmen. Zo één keer in de 5 minuten zien we de rugvin van een dolfijn opduiken als hij voor zuurstof boven komt. Aan het eind stappen we op land, het is Cambodja. We kunnen hier even drinken en met kinderen in het water spelen.
Onderweg rijden we met zijn 3-en, om en om voorop. Lilian rijdt deze keer voorop als zij plotsklaps achter zich de hele weg leeg ziet. Wat? Huh? Net reden Guido en Jamie nog achter. Via de intercom hoort ze van Guido wat er zojuist, een seconde geleden gebeurde. Vlak nadat zij een vrachtwagen had ingehaald, remde deze voor een kudde koeien die plots de weg op wilden. De chauffeur verremde zich en stond 90 graden gedraaid op de weg en blokkeerde de hele weg. Een geluk dat er geen tegenligger kwam. Guido en Jamie konden ruim op tijd stoppen. Het was wel even spannend of de vrachtwagen op tijd stil stond voor een theehuis.
Midden op de dag en verder veilig komen we bij de grens aan Veun Kham. Deze grens staat bekend als een corrupte grens. We hebben ons ingelezen en weten waar we wel geld voor moeten dokken en we weten wat een bribe is. Het was allemaal niet nodig. Vrij vlotjes komen we de grens over naar Cambodja. Het volgende land in Zuid Oost Azië. Dat ons tot nu toe enorm positief verrast.
Statistieken Laos
Munteenheid ; Kip
1 euro = 9000 Laotiaanse Kip
Benzine 8020 Kip per liter gemiddeld (88 cent)
Temperatuur niet onder de 20 graden ’s nachts. Overdag rond de 35 graden, soms warmer.
Regendagen; rond de 4 dagen. Na een bui ben je in mum van tijd weer droog.
Kilometers – ongeveer 2000 km.Google maps zegt 1700 nog wat, maar we rijden natuurlijk wel eens om. Ook rijden we wel eens verkeerd of een ommetje waardoor het totaal altijd meer is.
Eten doe je voor 10.000 tot 50.000 Kip
Slapen tussen de 50 en 120.000 Kip voor een goede kamer met airco.
Voor foto's behorende bij dit verslag klik HIER