We rijden de grens vanuit Iran over en ontmoeten daar opnieuw Uli, de Duitser die we ook in Mashhad al ontmoetten. We doorlopen alle ambtelijke zaken en stempels en controle samen. Wel zo gezellig. Sinds lange tijd zien we er weer een motorrijder, het is een Zwitser op een BMW GS op weg naar Beijing. We zien elkaar straks na de grens nog wel, nu moeten we even de ambtelijke molen in. Als we met douanebeambte nummer 4 in een kantoortje zitten, horen we zijn motor starten. Huh? We horen de motor terugrijden richting Iraanse grens. Wat is dit? De douanebeambte die geen Engels zegt kan nog wel zeggen ‘Problem Turkmen visum’. Oh jee. Hij had ons verteld een toeristenvisum te hebben. Zou dat de reden zijn? Een toeristenvisum kan alleen als je een gids hebt en die had hij niet. Oei. We kunnen het hem niet vragen want hij is al weer aan de Iraanse grens. En Iran kan hij ook niet meer in. Dat visum is niet meer geldig zodra je er uit bent. We hopen dat het niet te slecht voor hem afloopt. Ook hij moet namelijk op een afgesproken tijdstip bij de grens van China zijn, net als wij. Ondertussen staan wij tussen een enorm Turkmeens gezin in de rij voor de stempel in het paspoort. Ze verslepen één voor één een enorme stapel Perzische tapijten over de grens, met de hand. Blijkbaar hebben ze inkopen gedaan in Iran en willen ze deze als privégoed de grens over brengen en niet als handelswaar. Aan de andere kant van de grens staat een busje te wachten die de tapijten weer inlaadt en richting hoofdstad Aşgabat rijdt. We rijden door de 25 km niemandsland naar de stempelpost van de douane en rijden het snikhete Turkmenistan binnen. We hebben 5 dagen om naar het noordoosten, naar de grens te rijden. We hopen dat we niet zo lang over de ruim 650 kilometer hoeven doen. Alles wat we over dit land hoorden, was niet veelbelovend. Het eerste wat Lilian doet, is haar hoofddoek afgooien. Yippie! Wat een bevrijding! En wat bevrijdend om vrouwen zonder hoofddoek te zien! De vrouwen in Turkmenistan hebben prachtige jurken. Traditionele en ook moderne. De prachtigste stoffen in alle kleuren met mooie motieven. In Aşgabat komen we in een oud Sovjet hotel terecht. Gedoe want niemand praat Engels en meewerken of meedenken doen ze ook niet. Uli die ook even in het hotel was vond de prijs te hoog voor één persoon en kijkt verder. We worden in eerste instantie in een aftandse kamer met kakkerlakken en een slecht werkende airco gezet. Na een uur, als er nog steeds geen lakens en handdoeken zijn, wordt er op de deur geklopt. De dame van de receptie. Ze wenkt. Ze neemt ons mee naar een andere kamer. Een schonere, en veel ruimere kamer. We begrijpen niet helemaal wat de reden van deze move is. Waren ze vergeten dat ze deze kamers nog hadden en dachten ze na een uur, oh ja verrek we hebben ook nog goede kamers? Intussen is Uli ook weer gearriveerd. Gezellig. Na een zoektocht langs andere hotels in Aşgabat bleek er geen hotelkamer meer vrij te zijn vanwege een of andere conferentie en komt hij toch hier terecht. Als Lilian naar de receptie loopt om naar handdoeken te vragen, pakt de dame de telefoon. De telefoon gaat een paar meter verder over. In een hoek op de bank, zit de jongste bediende. Hij pakt de telefoon op en in het Turkmeens wordt er gecorrespondeerd. Hopelijk gaat het over de handdoeken. We lopen Aşgabat in. We zijn erg benieuwd. Het deel waar ons hotel staat is vlak bij het presidentiele gedeelte. Alles is even strak aangelegd en netjes onderhouden. Veel grote, witte gebouwen, zou het marmer zijn? Als Lilian een foto van Guido met op de achtergrond het standbeeld van Lenin wil maken, wordt er gefloten. Een agent of militair wuift. Verboden! Niet fotograferen! Zoals bijna ieder gebouw in dit gedeelte. Maar wat mag dan wel? We vragen het aan een straatwerker. Hij praat goed Engels en zegt dat ieder gebouw waarbij een vlag staat te wapperen verboden is te fotograferen. Overal staan militairen en op ieder gebouw wappert een vlag. Er zijn verhalen van reizigers die gearresteerd zijn. We hebben geen zin in dit soort zaken en laten de camera verder in zijn tas. We lopen door een parkje met bankjes lekker in de schaduw en horen gefluit. Een agent wuift: nee! Verboden! We lopen terug naar de stoep en geven aan dat we naar de overkant van de weg willen. Dat kan wel maar niet door via het parkje te gaan. Waarvoor staan die bankjes er dan als je er toch niet mag komen? Even later lopen we op de stoep en wordt er weer gefloten door een militair. Nee! Niet op de stoep! Verboden! Maar waar dan wel? Net even van de stoep af, op de straat of eigenlijk in de goot. Dat mag wel. We beseffen dat we voor het paleis van de president lopen. En dat mag wel maar niet op zijn stoep. Je moet het maar weten. ’s Avonds rijden we met een taxi door heel Aşgabat. Het is een bijzondere vooral kijk-ervaring. Het is een kermis van LED verlichte gebouwen. En dan bedoelen we hier àlle gebouwen. Ze zijn voorzien van LED verlichting, verspringend van lila naar blauw, naar groen, naar geel, naar rood. Je kent het wel. Helaas sprong ons fototoestel om onverklaarbare redenen op de zwart-wit stand en ach dit geeft wel een aardig beeld. Wat een bijzondere, bizarre stad. De nieuwe president heeft, in navolging op zijn voorganger, ook maar eens een 24-karaats gouden beeld in de stad geplaatst, van een meter of 20 hoog op de top van een berg vanwaar je over de hele stad kijkt. Dat in de achterafstraatjes, de volksbuurten niets te zien is van deze gigantisch overmatige rijkdom ligt in de lijn der verwachtingen. Turkmenistan heeft erg veel olie en gas en ook veel armoede. De witte marmeren gebouwen in de binnenstad van Asgabat staan dan ook vooral leeg. Later hoorden we dat de president een wet heeft uitgevaardigd dat een inwoner in Asgabat enkel nog een witte auto mag hebben, het is tenslotte een witte stad. De verwachtingen zijn dat de temperaturen onverminderd hoog blijven in de woestijn van Turkmenistan en dus vertrekken we zo vroeg mogelijk. We moeten een stuk van ruim 350 km overbruggen om bij de volgende stad te komen waar we willen overnachten, Mary. Het is een lang recht stuk weg met veel wegwerkzaamheden en alleen maar vlak. Er is weinig over te melden. Om half 11, het is 33 graden, stoppen we bij een tankstation om te eten, te drinken en te plassen. Want dat is nodig na 4 liter water. Er staan twee Spanjaarden op BMW gs’en hun banden te controleren. Gezellig even bijpraten, waar ga je heen, waar kom je vandaan, hoeveel tijd heb je en hoe is alles gegaan? Zij waren verontwaardigd en verbolgen. Bij de grensovergang vanuit Uzbekistan moesten ze al hun bagage en tassen afpakken in de snikhete zon. Van top tot teen zijn ze gecontroleerd. We kunnen de Spanjaarden blij maken met wat spullen voor Iran, hun eerstvolgende land. Minder blij zijn ze met het nieuws dat gister de ramadan is begonnen. Winkels zijn beperkt open in Iran en het is verboden te eten en te drinken op straat. Voor we het weten staan we 3 kwartier met deze Spaanse gasten te praten. Auw. Nu stijgt de temperatuur aanzienlijk snel en om half 12 tikt het klokje de 40 graden aan. Nog 80 km te gaan en we komen oververhit en roodhoofdig aan in een hotel met gelukkig airco. De rest van de dag doen we niet veel behalve een middagdutje en Guido gaat nog naar het naastgelegen museum met allemaal archeologische vondsten. Op straat is het stil. In het hotel lijkt het verlaten op de portier na. Sowieso valt het na het overmatig sociale Iran op dat de mensen ons niet aanspreken en als wij ze een vraag stellen volgt er nooit een echt gesprek. Het voelt vreemd en niet geheel natuurlijk. Zouden de mensen instructie hebben…..? we moeten er maar niet aan denken. ’s Middags wordt het zelfs nog gezellig in het hotel. Je vraagt je af hoe dit mogelijk is in Turkmenistan. Er arriveren 5 Australiërs met 3 auto’s waarvan er twee echt oldtimers zijn. Een 1920 Dodge en een 1929 Whippet! Geweldig! We eten samen en praten bij over onze beider reizen. Zij maken hun reis in etappes, vorig jaar door China en dit jaar vanuit Almaty weer verder getrokken. De ouwetjes hebben veel onderhoud nodig en met deze temperaturen kunnen ze eigenlijk niet harder dan 45km/u. In de cabine onder het dak kan het wel tot 55 graden oplopen. De volgauto heeft airco en iedere oldtimer twee chauffeurs die elkaar elk uur afwisselen. Zij vertrekken nog eerder dan wij, nog voor de zon op is, rond 4 uur. De volgende dag staan we vroeg op om met een gids naar de oude steden van Merv te gaan. Pas sinds kort ontdekt als een gigantische rijke archeologische vondst. Op deze plek hebben meerdere volken en heerschappijen hun steden gebouwd. Merv heeft zeer belangrijke culturele en strategische waarde. Het ligt op het kruispunt van de zijderoute, van Azië naar het Midden-Oosten. In de 12e eeuw was het zelfs de grootste stad op aarde. De meest imposante geschiedenis is die van de verovering van Merv door de Mongolen, door Djengis Khan middels een massamoord. De dorpelingen van Merv weigerden belasting aan Djenghis te betalen en hun mooiste vrouwen uit te leveren en vermoordden en passant zijn mannen die de belasting kwamen innen. Drie jaar later kwam de zoon van Djenghis Khan wraak nemen. Hij accepteerde de overgave van de stad en besloot deze vervolgens uit wraak toch te vernietigen en al de 300.000 inwoners te vermoordden. Een niet geheel onbekend tactiek van Djenghis Khan. Sommige historici zeggen zelfs dat in totaal een miljoen mensen om kwamen. Dit betekende het einde van de glorietijd van Merv. Wat schetst onze verbazing bij het ontbijt; Uli komt binnenlopen! We gaan gezellig samen naar Merv. Onze gids, tevens receptionist bij het hotel, heeft er hard voor gestudeerd. IJverig leest hij uit een boekje voor in onverstaanbare Engels bij de plekken in Merv waar we langs komen. Het meest indrukwekkend zijn de oude muren rondom de stad van Erk Kala. Hier was ooit een samenleving met Boeddha’s, Islamieten en Christenen samen. We lopen de oude muur van de stad op, die ooit 30 meter hoog was. Binnen in was de stad Giaur Kala, de overblijfselen van een stupa zijn weer onder de aarde bedolven door de archeologen. Verder op bezoeken we een van de oudst overgebleven moskeeën op aarde, Seljuk Talkhattan Baba. De akoestiek binnen is geweldig en het is er lekker koel. Buiten moeten we nog een paar Manats betalen omdat we gefotografeerd hebben. Dit komt vaker voor in de centraal Aziatische landen. Een kaartje voor het museum en als je wilt fotograferen dan ook daar een kaartje voor. We bezoeken het Sultan Kala fortress en het mausoleum van de suffi-grondlegger Mohammed Ibn Zayd. Er schijnt hier in Merv, werelderfgoedplek, nog voor jaren aan archeologisch onderzoek te liggen. Met onze gids halen we nog een samsa voor de lunch. Een samsa wordt in een hete stenen oven gemaakt, vaak langs de weg. Het is een soort vierkant broodje gevuld met groente of vlees. Het brooddeeg lijkt op dat van lahmacun. In het hotel eten we dit in de koelte op en kletsen wat met een van de Australiërs. ’s Middags arriveren er twee Zwitsers op twee Triumphs Explorers. Ook zien we gelukkig de andere Zwitser weer arriveren die achterbleef bij de grens van Iran. Hij vertelt dat hij een dag te vroeg was dan op zijn visum stond en een nacht moest wachten in niemandsland. Ook was hij bovendien bij de verkeerde grensovergang. Tsja. En er komen twee Nederlanders met een landrover aan. Zij doen een estafette met deze auto, met 8 stellen die ieder zo’n 4 weken met de auto rijden. Uiteindelijk is de bedoeling dat de laatste in Beijing eindigt. Leuk concept. Zo is ons verblijf in een marmeren, stilistisch hotel in de woestijn van Turkmenistan best leuk geworden. Het diner gebruiken we met de Zwitsers en Uli op een fijn terras naast de rivier. Vandaag wordt er geen bier geserveerd op het terras in verband met de ramadan. Het is weer voor het eerst sinds Armenië dat we bier drinken aangezien het in Iran vanwege de alcohol verboden is. Later (in Uzbekistan) vertelde Uli ons nog een sterk staaltje machtsvertoon van de president. Het gebeurde op de dag dat wij vertrokken uit het hotel in Mary. Wij waren om 5 uur weg en toen was er nog niets aan het handje. Uli vertrok later en kwam in het volgende terecht: Om de 100 meter stond politie om de weg af te zetten. Alle auto’s moesten van de weg af. De 2 Zwitsers waren net op tijd om door de barricade te komen. Uli die net aan de overkant van het hotel liep, werd de toegang terug ontzegd. Hij mocht niet op straat lopen en niet terug naar het hotel. Hij werd met behulp van bewoners via een achterafweggetje en door woonhuizen teruggeleid naar het hotel. Eenmaal bij het hotel schrokken ze van zijn aanwezigheid, alle gasten hadden uitgecheckt moeten zijn. Uli mocht nog net zijn spullen uit de kamer halen. Bij al deze verrichtingen werd geen uitleg gegeven. De enige reactie was nee, dicht, verboden, afgezet. Later bleek dat de president een bezoek zou afleggen aan Mary. Over 2 weken. En dit was de generale repetitie. De echte dag zou nog komen. Nog veel later hoorden we van een Nederlander dat hij, 2 weken later, weldegelijk in de officiële bezoektijd bij het hotel was aangekomen. Hij mocht het hotel niet in, dat nota bene van te voren gereserveerd was. Uiteindelijk kwam dit wel goed na veel 5-en 6-en. Wij realiseerden ons achteraf dat deze ‘oefening’ niet aan ons voorbij was gegaan, wij waren het ons niet bewust op dat moment. Wij werden op deze dag, rijdend in de snikhete woestijn aangehouden door de politie. Er sprongen 4 agenten uit een auto, vroegen waar we heen gingen en lieten ons weer gaan. We arriveren een klein uur later bij de grens, er staat een gigantische rij met vrachtauto's. Met de motoren rij je er zo langs heen en dat doen we dus ook. Bij een hokje staat iemand, we moeten betalen. We hopen dat de grensovergang niet te lange tijd zal innemen in deze woestijn met hoge temperaturen. Turkmenistan samengevat. Wat kunnen we zeggen? We zijn zo’n 72 uur in Turkmenistan geweest. Hebben bijna 700 km gereden van zuidwest naar noordoost en hebben 3 overnachtingen gehad. De temperatuur is niet onder de 25 graden geweest. De wegen zijn vlak, lang en recht en er wordt aan gewerkt. De mensen die wij troffen, o.a. bij het Sultan Kala Fortress, onze gids, de bediening in het restaurant waren zeer vriendelijk maar niet spraakzaam. Het is waarschijnlijk maar een glimp van het gehele land. Statistieken:
1 euro = 3,7 Manat 1 liter benzine = 1 Manat Kilometers : 690 km Hoogste temperaratuur ; 42 graden. Voor foto's behorend bij dit verslag klik HIER
6 Comments
Jakob
7/21/2015 09:11:28 pm
superleuk om te lezen, heb zelf de nodige reis ervaring in sovjet landen, dit soort taferelen verbaast mij dan ook niets :), maar meestal als je mee buigt gaat alles goed.
Reply
Geejee
7/22/2015 01:00:19 am
Wat een gedoe zeg. Lijkt me heel vervreemdend om elk moment van de dag letterlijk teruggefloten te kunnen worden, zonder dat je weet wat je verkeerd doet.
Reply
Frans en Rien
7/26/2015 08:02:56 pm
Dit keer weinig contacten met de bevolking. De Russische invloed is echt fnuikend voor een goede samenleving. Gelukkig zijn jullie er goed doorheen gekomen.
Reply
willemien
7/27/2015 03:00:40 am
mooi verslag van een wat moeizamer gedoe. Blij dat het hier anders is. Wat beleven jullie veel!
Reply
Richard en Lorena
8/8/2015 11:54:47 pm
De Nederlanders van de Landrover 😀.
Reply
Leave a Reply. |
Archief
May 2016
Categorieën
All
|