We rijden de stad binnen rond een uur of 16. Tenminste dat wil zeggen de voorsteden die al 40 tot 50 km vóór Istanbul beginnen. Overal zie je wijken, citesi genoemd. Mensen bouwen er een poort, ommuren het en zetten er een bord welkom in op. En zo heb je je eigen buurt in een stad of dorp.
Langzaam wordt het drukker, de spits begint en de wegen worden meerbaans. We kiezen ervoor om de tolweg te mijden. Volgens mij de meeste Turken ook.. In de verte doemen wolkenkrabbers op. Verder op, in de buitenwijken begint de echte gekte. Auto’s wisselen plots van rijbaan (Richtingaanwijzers? neu), blijven naast je hangen of sturen schuin in. Scooters en brommers scheuren overal tussendoor. Invoegende auto’s voegen in en gaan er vanuit dat de rest op schuift. Of ze blijven op de rechterbaan stilstaan, wachtend op een goed moment. In al de drukte steken er ook nog mensen de weg over. Later zagen we in een journaal dat de mensen de brug met stijle trap te vermoeiend vinden en er zijn er bovendien niet veel van. Anyway, we hebben 4 oren en ogen nodig, met de motor ben je toch wendbaar en snel. De GPS leidt ons naar het hotel. We zien de eerste bedelaars langs de kant van de weg en tussen de auto’s als het stoplicht op rood staat. Motoren slaan ze over, want hoe moeten die zo snel hun geld of zakken met kleding tevoorschijn toveren. We hebben de grootste lol samen met een personenauto. Zij zitten met zijn 9-en in de auto (ja echt) en zwaaien, steken hun duim op en lachen telkens als we elkaar voorbij rijden. Achter de bestuurder zit een meisje van een jaar of 13, ze ontdekt dat één van ons twee een vrouw is. Haar ogen zijn groot van verwondering en pret, ze vindt het geweldig en kan haar ogen niet van Lilian afhouden. We liggen in een deuk om de hele auto die met hun neuzen op de ruiten naar ons blikken.
We komen aan in hotel Asmali, in een piekobello buurt. Vanaf het dak van het hotel hebben we uitzicht op de Bosporus, de zee van Marmaris en het oude deel van Istanbul. We blijven hier even, we willen de stad zien en we moeten een visum halen bij de ambassade van Tadzjikistan. Aan de overkant zit Efes met een restaurantje en al snel is dat onze plek voor chai of een wijntje. Efes houdt van oude Amerikaanse auto’s. Is toch een klik.
We doen een aantal highlights die de stad biedt. Het is een prachtige stad met veel geschiedenis, cultuur. Als we aankomen op de motor bij het hotel komt er een groep toeristen langs. Hun blikken gaan naar de kentekens, zien dat we helemaal uit Nederland komen, en één man merkt spits in het Duits op; Wann es kann, es kann.
We duiken de stad in, het is al donker. Wat een toeristen en wat een lichten. Ik (Lilian) ben ruim 15 jr geleden al eens in Istanbul geweest. De stad is duidelijk veranderd. Vrouwen met hoofddoeken zijn in de meerderheid, dat was toen andersom. Er zijn ook vrouwen totaal gesluierd, ik moet telkens onbedoeld aan Sigmund denken. Ze poseren op een trap met zijn 4-en naast elkaar. Zouden ze later met pijlen hun namen er bij fotoshoppen? De stad is opgeknapt, wegen nieuw aangelegd en de pleinen vol met parken en perkjes. De Sultanahmet (blauwe moskee maar deze naam raakt in onbruik) wordt door toeristen met een moslimachtergrond vooral gebruikt voor het bidden. Het is beduidend drukker, voor alle bezienswaardigheden staan rijen en rijen met mensen.
Highlight nummer één is de wandeling over de Galata brug, langs de vissers. Ze vissen vanaf de brug en staan op een rij naast elkaar. De vers gevangen vis ligt op een marktje er onder en daar worden ze live op het houtskool gelegd. Smullen. De ondergaande zon over de Gouden Hoorn is prachtig. In de verte zien we het stadion van Galatasary. Inmiddels weten we dat Sneijder daar speelt en Kuijt bij de andere Stanboulian club Fenerbahce. Hoorden we van Turkse liefhebbers.
Guido laat zijn haar kortwieken door een Turkse Kuaförü in de Grand Bazaar. Het Turks heeft leenwoorden uit meerdere talen zoals Frans. De verkeers- of parkeerpolitie heet hier Jandarme.
We eten baklava, best veel, eten een simit, Turks knapperig, rond broodje met sesamzaad en drinken chai op een terras. Simit Sarayi is een keten van broodjeszaken hier en inmiddels ook in Deventer neergestreken. Het is hier mooi struinen en overal lekkernijen in de vele vele eettentjes en kraampjes.
Als we over het Taksimplein lopen, lezen we dat onze journalist Frederike Geerdink op deze dag hier in de wijk voor de rechtbank staat. Ze zou deelnemen aan terroristische activiteiten. Ze wordt vrijgesproken. De Taksimprotesten 2,5 jaar geleden zijn een uiting van bevolking tegen inperking van vrijheden en onderdrukking van allerlei groepen. Het resultaat is een overmacht aan politiebussen en auto’s op Taksim. Een saai plein, perfect voor een grote demonstratie.
Het Militairy Army museum heeft een niet te missen kijk-en hoorspektakel van de huisband in de vorm van de Mehter Ottoman band. Helaas niet op deze dag als wij er zijn. Wel ontmoeten we een Duitse jongen uit Stuttgart die vanwege zijn Turks paspoort zijn dienstplicht in Turkije moet voldoen. Hij verveelt zich stierlijk in deze 12 maanden en is blij als hij ons ziet om een praatje te maken. Hij twijfelt of hij terug moet naar Duitsland. Het is zo anders als in Turkije, hij vindt Turkije zoals leven moet zijn. In Duitsland werkt hij, slaapt hij, werkt hij weer en voor wat? Heel begrijpelijk. Maar ja wat moet hij in Turkije dan gaan doen.
Kortom, we ervaren dit als een prachtige stad. Levendig, modern. Mensen komen vanuit alle delen van de wereld. Istanbul ligt op de grens van 3 werelden, Europa, Azië en Arabië. Dat merk je. Een stad om terug te keren, wat ook erg makkelijk kan vanuit Nederland.
Het visum voor Tadzjikistan is een eitje, we lopen even naar binnen met aanvraagformulier en pasfoto en lopen weer naar buiten met stempel en visum. We ontmoeten in de ambassade een paar Tadzjiken die voor bezoek naar Dushanbe willen. Helaas, ze spreken geen Engels maar vinden het geweldig dat we naar hun land komen.
We maken ons op voor een dag of 3 motorrijden naar het veelbesproken en geroemde Cappadocië. De ochtendspits is begonnen en we staan na linksaf te zijn geslagen bij het hotel op de Kennedy Caddesi en in de file. Links naast ons is de oever van de Bosporus en we geloven onze ogen niet als we dolfijnen op ooghoogte spotten.
Na 50 kilometer snelweg laten we dan eindelijk Istanbul achter ons…..Zucht wat een mooie, drukke, veelzijdige stad.
Voor foto's behorend bij dit verslag klik HIER