We rijden de Debed Canyon in richting Vanadzor en na een dag regen, komt de zon tevoorschijn, al is het magertjes. Tijdens een stop laten we onze kleding lekker droog worden. Bijna iedere auto die langs komt, toetert. Er rijden hier een soort oldtimers, als je niet goed kijkt denk je dat het een Amerikaan is. Vooral als ze mooi gepoetst zijn met glimmende velgen en zwarte banden, lijken de Volga’s net oldtimers. Zijn het natuurlijk ook, uit het Sovjet tijdperk.
We komen langs de stad Alaverdi, waar een giga grote, oude kopermijn uit het Sovjet tijdperk ligt. De hele kloof waar we door rijden staat vol met oude ijzeren en stenen gebouwen, spoorwegen en bruggen. Erg fris ziet het er allemaal niet uit.
Door de kloof rijden we naar Bed & Breakfast Maghay. De eigenaar zet zijn Lada aan de kant zodat onze motoren er netjes naast kunnen. De eigenaresse kookt die avond een maaltijd voor ons. De tafel staat vol met gerechten, we krijgen soep vooraf en zelfgemaakte rode wijn en perensap. De rode wijn is een tikkeltje aan de zure kant, een tikkeltje maar. We doen ons te goed aan de salade, kotelet, aubergineprut, berg groente (gras enzo), kaas, gedroogde ham, brood, rijst…alles zelf gemaakt binnen een uur. De dochter komt mee eten en zij kan goed Duits. Ze is een paar keer in Duitsland geweest en geeft ons een inkijkje in de Armeense maatschappij en politiek. Ze vertelt dat Armenië geregeerd wordt door iemand met vrienden op alle belangrijke posities, de oligarchen. Een erfenis uit het Sovjet tijdperk. Ze beheersen de markt en de politiek. Veel Armeniërs zijn in de jaren 80 en 90 naar alle delen van de wereld getrokken. Bijna 1 miljoen mensen, nu heeft Armenië 4 miljoen inwoners. Ook geeft ze ons een adresje bij een hostel in Yerevan, waar we ruim 2 weken later een prima tijd hebben. Uiteraard komt de genocide ter sprake. Het is dit jaar 100 jaar geleden en er is dan ook veel aandacht voor. Deze geschiedenis is in onze schooltijd nooit aan de orde geweest en eigenlijk is dat, gezien de massaliteit en impact van deze genocide geschiedenis, niet te begrijpen.
De volgende dag (na ontbijt met pap (alleen voor Lilian), ei gekookt en omelet, kaas, honing, thee, koffie, oliebol, brood, abrikozenjam, kersengelei, yoghurt) zijn we de Debed canyon terug ingereden om het Sanahin klooster te bekijken. Overigens niet nadat we aangehouden zijn door de politie. De agent laat een foto zien van Guido op de motor. We hebben te hard gereden. Dat klopt ook. De boete die net zo hoog is als wat we die ochtend uit de Pinautomaat hebben getrokken, vinden we niet kloppen. We zijn nog geen 16 uur in het land en hebben nog geen woord van protest, het is toch aftasten de eerste dagen. Bovendien laat de agent een officiële lijst met boetes aan de hand van de te hard gereden kilometers zien. We zijn zogezegd not amused, onder het geprevel van een aantal Nederlandse woorden die de agent toch niet verstaat, overhandigen we het geld. Stom dat we niet om een bonnetje vroegen. Later wordt ons verteld dat het bedrag wel klopt 60 euro pp voor 20 km te hard. Zonder bon is het bedrag vermoedelijk in de zakken van de agenten verdwenen. Iets wat vaker voorkomt.
We rijden een tunnel in, die totaal donker is, er is geen hand voor de ogen te zien en het wegdek is vol met kuilen. Het groot-licht van onze motoren is hier niet toereikend. We duiken de tunnel in en kachelen van gat naar hobbel naar grint. Vrachtwagens moeten in het midden rijden vanwege de beperkte hoogte en kunnen er dus maar van één kant in. Er ontstaat een file en als de auto’s en vrachtwagens optrekken, liefst allemaal tegelijk, moeten wij wel met de flow van het verkeer mee. Zo rijden we een pikdonkere tunnel in met auto’s naast ons en vrachtwagens voor ons en achter ons.
En dan te bedenken dat dit de transit naar Tbilisi, Georgië is.
Het klooster en de kerk van Sanahin bij Alaverdi met oude graven uit 928 was de moeite waard. De
We rijden terug naar het zuiden en slaan richting Spitak door het hoge gebergte waar ook Mount Aragat deel van uit maakt. Verre velden, bergen weilanden met koeien en geiten, al dan niet met herder, rivieren die door het landschap slingeren. De sneeuw op de toppen is net gesmolten en alles is nat. Soms in de verte zien we de tenten van herders, die in de zomertijd in de bergen verblijven. Vandaag zien we Mount Aragat niet, de top ligt in de wolken. In het dal ligt Yerevan, goed te zien, en in de verte zien we de wolken die de top van Mount Ararat (Turkije) verbergen.
We komen bij toeval langs het alfabet. Ha leuk want bijna nergens is te vinden waar deze plek precies is.
In Ashtarak gaan we op zoek naar een hotel waarvan we globaal een aanduiding hebben vanuit de lonely planet, concrete cijfers, zoals een huisnummer of GPS coördinaten ontbreken. Maar niet getreurd, we kunnen mensen vragen, we hebben 2 GPS’en bij ons, dit komt goed. Bovendien weten we dat het hotel op de klif langs de rand van de rivier ligt. Eitje toch? Nou ja. Na een uur over de rivier heen en terug te hebben gereden en een aantal taalbarrières later, komt onze verlossing. In de vorm van een 10-jarige jongetje op een fiets die weet waar het hotel is. Hij fietst ons vooruit, de berg op. Onderweg kijken de inwoners van het stadje om naar dit gekke trio dat achter elkaar met een gangetje van 15 (!) km per uur de straten door rijdt. Maar de knul weet ons een eind te brengen, en we zijn hem erg dankbaar.
Het is een bijzondere hotelkamer, met twee verdiepingen, beneden het slaapgedeelte en boven een privé-eettafel helemaal voor je eigen. Het avondeten wordt daar geserveerd, net als het ontbijt. De kamer is ook per uur te huur………gerund door Russen. Ook een erfenis uit het Sovjet tijdperk? Het eten komt uit de keuken het ertegenover gelegen parkrestaurant. Met een kabelbaantje gaat het naar het hotel. De mensen van het hotel zijn super attent en nieuwsgierig. Even dachten we dat ze met zijn allen bleven kijken hoe wij aan het eten gingen.
In Ashtarak geven we de motoren een flinke wasbeurt. Dit is niet moeilijk in Armenië, om de 100 meter zit er een carwash. De jongens die in de carwash werken hebben nog nooit motoren in de zaak gehad.Ze komen aan met een tandenborstel om achterwiel en achterbrug te ontvetten. Daar worden wij blij van. Ze willen graag helpen poetsen, de hogedrukreiniger kan schade opleveren aan blok en lagers dus dat doen we zelf. Aan het eind weigeren de jongens enige vergoeding.
De volgende dag bezoeken we in Vagharshapat de kerk Echmiadzin, the Mother of Church of Armenia. Deze kerk en de plek is vergelijkbaar met het Vaticaan en dan voor de Armeense Apostolische kerk. Oorspronkelijk gebouwd in 301. In de kerk zijn vele relikwieën te bewonderen. Zoals naar men zegt de Heilige Speer, het wapen gebruikt door een Romeinse soldaat om de zijde van Christus te doorboren (om te zien of hij dood was). Tevens delen hout van de Ark van Noah en het Kruis zelf. In de kerk is een altaar waar st. Gregory het heilige licht op de grond zag en vanuit daar het Christendom ging verspreiden. De vertelling is dat 2 van de 12 apostelen het geloof in Armenië kwamen verkondigen. De bakermat of misschien wel één van de bakermatten van het huidige geloof in West Europa.
Het is bewolkt maar niet koud. We komen een groep Finse mannen tegen die hun ogen niet kunnen geloven als ze ons op de motor zien. Zelf hebben ze (in Finland) echte BMW’s, niet zo’n BMW voor meisjes zoals er één zegt. Onze meisjes-BMW’s houden zich overigens erg goed op deze wegen, vering, banden en remmen doen hun werk uitstekend. Meerdere malen zijn we al stukken gravel tegengekomen of plassen water.
Hup, weer naar het noorden, naar Dilijan. Een stad in de bergen wat ze klein Zwitserland noemen en inderdaad ziet er hoog, groen met sneeuw op de toppen. ’s Avonds besluiten we wat te gaan eten bij de jongen met supergrote koksmuts die ons eerder die dag al roepend tegemoet rende toen we langs reden. Hij is erg grappig, met zijn enorme grote wiebelende muts. Het varken hangt aan het spit en we hebben honger. We komen in een eetzaal met afzichtelijke kleedjes op tafel en fel licht. Er zitten 2 mensen en we knikken vriendelijk. Het duurt niet lang en we komen er achter dat het Nederlanders zijn. De eerste Nederlanders! In 8 weken!! Het voelt vreemd voor ons na 8 weken om met mensen te praten die je verstaan. We besluiten samen te eten en onze reiservaringen in Armenië te delen. Het blijkt dat Marianne en Frans echt (oud-)Rusland-gangers zijn. Marianne praat Russisch en ze hebben in het verleden zo’n beetje het hele Oostblok gefietst. Deze keer zijn ze, voor korte vakantie, met het openbaar vervoer. Als er later nog 2 Nederlanders aanschuiven, toeval bestaat niet, en er een fles wijn van 4 liter op tafel komt, kan de avond niet meer stuk. De kok met de witte koksmuts maakt het geheel af door zijn grappige, attente aanwezigheid en lekker eten.
De volgende dag rijden we naar het Haghartsin klooster uit de 13e eeuw. Bijzonder om te weten dat dit klooster gerenoveerd wordt op kosten van een sjeik uit de Arabische Emiraten. Wederom hoog in de bergen gelegen. Op de terugweg gaan we op één van de vele picknick en BBQ plekken een broodje eten langs de rivier. We dalen af langs de oevers van het Sevan-meer.
We rijden over de Selim-pas over een hoogte van 2410 meter. In het dorp Martuni is het weekmarkt en alles wordt er verhandeld. Ook het vee. De bergpas is fantastisch,verre uitzichten, koud en hoog. Overal in de velden op de hoogvlakte zien we mensen aan het plukken; wij noemen het berg groente, maar wat is het echt? We stoppen en vragen een vrouw om uitleg. Ze laat ons het groene op spinazie lijkende blad proeven. Ze maken het in voor de winter, het is een lekkernij. Maar helaas kent zij het Engelse woord ook niet. We passeren een caravansarai, voor ons is het inmiddels duidelijk dat dit belangrijk plekken langs de Silkroad zijn, van Turkije tot in China zijn ze te vinden. Belangrijk voor de handelsreizigers om hun waren te slijten, voedsel en water te verversen en de kamelen te laten rusten. De afdaling vanuit de bergen is spectaculair mooi en het asfalt en bochten Alpen-waardig. Onderweg passeren we het wijngebied Areni en kopen een flesje (of 2) zelfgemaakte zoete wijn.
We rijden door naar Urtzadzor. In de Volkskant maar ook in het Parool heeft er een stuk gestaan over dit gebied, het Khosrov National Reserve. Het ging onder andere over de ontwikkeling van dit gebied en zodanig dat ook de bevolking er van kan profiteren. Een aantal weduwen hebben een B&B opgezet met ondersteuning van de staf van het park, hebben Engels les gevolgd zodat ze de toeristen ook te woord kunnen staan. We rijden 3 rondjes door het dorp, spreken meerdere mensen aan maar niemand schijnt ook maar te begrijpen wat een B&B is of datgene dat wij met handen en voeten uitdrukken als slaapplaats. Er staan ook nergens bordjes, althans niet in onze letters……… We geven het op en rijden naar het volgende dorp en gaan de volgende dag vroeg op zoek naar de Headoffice van Khosrov National Reserve.

Enfin, het is gelukt om een afspraak voor een overnachting in in het park te boeken. Hoe het een en ander er uit gaat zien, weten we nog niet helemaal. We gaan in colonne naar het Khosrov National Reserve, de rangers voorop in een oude Russische UAZ, dan wij, gevolgd door een auto met daarin Ani (zojuist aangenomen om de reservaten beter op de kaart te zetten) en Arman (de national coordinator van de reservaten in Armenië) vanuit Yerevan.
We kunnen die middag met Ani en Arman mee het park in. Het blijkt dat Ani en Armin enorm veel weten, ze zijn beide wetenschappelijk opgeleid en kunnen erg goed Engels. Een buitenkans voor ons! We kunnen niet stoppen met vragen stellen. We krijgen van alles te horen over flora, fauna, geologie en oude verlaten dorpen uit de 14 eeuw in het park. Zeer recent hebben ze ontdekt dat het Perzisch luipaard terug in Armenië vanuit Iran en er een stelletje is en dus wellicht uitbreiding. Ze vertellen ons niet waar.
We rijden op ons dooie gemakkie langs het meer. Waar zullen we vanavond eens slapen? Het wordt weer tijd voor kamperen. Het weer is prima. Op het moment dat we nog besluiteloos langs de kant van de weg wat eten, passeert er een motor. Een motor!!! In tegenstelling tot Georgië hebben we hier in een week tijd nog geen enkele motor gezien. Het is een BMW f650gs ééncylinder. We zien tot onze vreugde dat de motorrijder met passagier keert. Het zijn Thomas uit Duitsland en Michelle uit Canada. Ze rijden ook naar Mongolië het komend half jaar. Ze reizen superlight en doen alleen couchsurfen en wildkamperen. We voelen ons oud en inflexibel bij deze twee jonge gasten. We wisselen ervaringen en tips uit. Ook zij hebben de ervaring dat de mensen in Armenië enorm vriendelijk zijn, beroerd rijden zoals het goed bedoeld naast je komen rijden (je vervolgens snijden) enkel om te zwaaien, te claxonneren of een duim op te steken. Ook nu, met zijn 4-en staand in de berm is het een constante stroom van getoeter van passerende auto’s. Ruim een half uur later nemen we afscheid met een tot wellicht in Mongolië of eerder.
We stoppen op een parkeerplaats bij een stel vissers om te vragen of het oke is om bij Sevan Lake te kamperen. We trekken alle aandacht en bijna iedere auto toetert naar ons. Uiteraard kunnen we daar kamperen, alleen vinden de vissers dat we eerst moeten lunchen. Ze zetten ons op een krukje, steken een vuurtje aan en leggen de verse vis te roosteren op de deksel van een oude oliedrum. Als de vis klaar is, stoppen ze die tussen een broodje en smullen maar! Vergezeld door een glaasje Vodka, natuurlijk.
We duiken de weg af en rijden een pad op richting het meer. We vinden een mooi plekje in een kom, motoren uit het zicht. Als we met het eten bezig zijn, komt een van de vissers kijken hoe we er bij staan. Hij is nieuwsgierig naar de tent en hoe we slapen. Dan gebaart hij dat we weer moeten komen drinken. Vodka. We gaan met hem mee naar de plek waar ze de vis verkopen en hebben zo goed en zo kwaad als het kan een gesprek met handen en voeten. Er stoppen regelmatig auto’s om vis of garnalen te kopen, het is goede weliswaar illegale business voor de mannen. De vis ligt in de achterbak van de auto, zodat als er controle komt, ze direct wegrijden. Er wordt nog steeds enthousiast getoeterd maar deze keer vinden we het wel vreemd. Ze kunnen toch niet aan ons zien dat we motorrijders uit Nederland zijn? Er stopt een auto met 2 mannen die ons een fles verse perziksap geven. Zomaar. Omdat we het nodig hebben. Omdat we gast zijn.

In het park komen we toevallig over onze 3xtoeteren-kerk aan de praat. Eén van de rangers bevestigt dat het inderdaad de kerk is waarom mensen toeteren. Eigenlijk moet je stoppen om een gebed te doen maar 3x toeteren is ook goed. Er zijn in Armenië 2 kerken waar dat een gebruik is. Hebben wij weer.
We gaan naar Yerevan met de wetenschap dat we nog een week in Armenië zullen moeten verblijven. De visumcode is pas nu aangevraagd en we zullen nog een week moeten wachten voor we Iran in kunnen. Aan de ene kant was ons idee om naar Iran te reizen, aan de andere kant Armenië is zo’n mooi en bijzonder land; we vinden het niet erg om nog te blijven.
We zijn in Yerevan en in het hostel ontmoeten we Joan uit Frankrijk die net terug is uit Nepal. Hij komt bij van zijn ervaringen tijdens de aardbeving en is nu op de terugweg naar Frankrijk. Hij is zichtbaar aangeslagen. Zijn familie heeft ‘maar’ 5 uur hoeven wachten op een teken van leven van hem.
We nemen de tijd, zoals altijd in een hostel, voor een wasje, voor email bijwerken en alle spullen opladen. Guido besluit naar de kapper te gaan. Dit blijkt een buitengewoon bezoek te worden. Hij ontmoet daar Haig en Armineh, echtpaar en eigenaren van de zaak die ze verhuren. Haig blijkt eerder die dag al bij ons hostel binnen gelopen te zijn om te vragen naar de eigenaren van de BMWs. De motoren stonden voor de deur op straat. Wij waren op dat moment aan het sightsee-en in de stad. Haig, zelf een Armeniër, woont in Londen en rijdt zelf ook motor en was zeer verheugd. Het kostte hem en Guido dan ook geen 5 minuten om te achterhalen dat hij van de BMW’s was in het hostel. Wat een toeval en hoe mooi kan het lot zijn. Je mag zelf kiezen.
We werden door Haig en Armineh bij hen thuis uitgenodigd om een nacht te verblijven. Haig heeft een 2e huis vlak bij het vliegveld in Yerevan. De zus en moeder van Armineh, woonachtig in Iran waren er ook en voor de gelegenheid kwamen er nog vrienden over om mee te eten. Haig vertelt over zijn overlandreis van Londen naar Yerevan met een truck. In deze truck had hij ook zijn motor meegenomen.
Het was een bijzonder ontspannen gezellig bezoek en we denken er nog steeds met groot genoegen aan terug. De volgende dag zouden we met zijn 3-en een stuk gaan rijden, maar helaas de accu van de Honda van Haig had het begeven. De motor staat immers 11 van de 12 maanden stil als Haig in Londen is. Jammer want in Armenië hadden we zeker de blits gemaakt met zijn 3-en en Armineh achterop. Onze tegenspoed met de visa had in onze ogen duidelijk een voorbestemming.